Amir is verbaasd wanneer hij het bericht krijgt. DUO stelt dat hij niet woont waar hij zegt te wonen, vordert ruim tweeduizend euro aan studiefinanciering terug en geeft hem daarnaast een boete van duizend euro. Volgens DUO is hij een fraudeur: hij zou een beurs voor uitwonende studenten opstrijken – bijna driehonderd euro in de maand in plaats van ruim honderd voor thuiswonenden – terwijl hij eigenlijk nog bij zijn ouders woont. Hij snapt er niets van. Hij woont bij zijn oom en tante en hun jonge zoontje, hij heeft er een eigen kamer. Niemand heeft hem iets gevraagd, DUO is niet bij hem binnen geweest. Waar komt dit vandaan?
Naast zijn mbo-studie werkt Amir veel, onder meer als taxichauffeur. “Ik ben een workaholic”, zegt hij. “Ik had drie baantjes. Werken, naar huis, douchen, snel omkleden, en door naar de flexploeg in de avond.” In het rapport van DUO leest hij dat controleurs zes keer hebben aangebeld voor een ‘huisbezoek’. Maar ze kwamen steeds overdag, altijd tussen negen en vijf. Niet gek dat er dan niemand thuis is, vindt Amir. Ze hadden ook eens ’s avonds moeten komen, dan hadden zijn oom en tante zijn kamer kunnen laten zien.
‘Maar het ding is: ik woonde daar echt’
Dat gebeurt niet. De handhavers gaan over tot een zogeheten buurtonderzoek, wat inhoudt dat ze buren vragen wie er volgens hen op het desbetreffende adres woont. In het geval van Amir spreken ze twee buren, die allebei verklaren dat er op het adres een Marokkaans stel met hun kleine zoontje woont. In de gespreksverslagen valt te lezen wat er gezegd is. “U vraagt of er nog een student woont. Nee. Ik zie alleen deze mensen en hun kind. Verder zie ik niemand. Meer weet ik niet.”
Twee van zulke verklaringen zijn voor DUO voldoende om Amir als fraudeur te bestempelen en hem duizenden euro’s te laten terugbetalen. Hij kan het niet geloven. “Stel je voor dat ik er inderdaad niet woonde, dan is dat zo. Maar het ding is: ik woonde daar echt.”
Terugvorderingen en boetes
Amir is zeker niet de enige bij wie DUO heeft aangebeld. Sinds 2012 zijn er bijna 25 duizend huisbezoeken afgelegd en bijna tienduizend keer meenden de controleurs dat er sprake was van fraude (of zoals DUO het noemt: misbruik). Er is voor 13,2 miljoen euro aan basisbeurs teruggevorderd en voor 7,4 miljoen euro aan boetes uitgedeeld.
De laatste jaren bestond de basisbeurs alleen nog in het mbo; voor het hoger onderwijs was de beurs afgeschaft per september 2015. Maar het zal niemand zijn ontgaan dat de beurs komend studiejaar weer terugkeert en dus krijgen studenten in het hoger onderwijs ook weer te maken met controles. Het kabinet wil het aantal huisbezoeken bovendien flink opschroeven. Het worden er vierduizend per jaar, heeft minister Dijkgraaf de Tweede Kamer laten weten. Dat is meer dan ooit. Het record was 3.769 huisbezoeken in 2014; in coronajaar 2020 waren het er nipt duizend.
In alle rechtszaken die studenten aanspannen wint maar liefst één op de vier.
De vraag is natuurlijk: gaat het goed met die controles? Dat is zeker niet vanzelfsprekend. In alle rechtszaken die studenten aanspannen wint maar liefst één op de vier. Bovendien weten we sinds de toeslagenaffaire dat je zo’n rechtszaak ook ten onrechte kunt verliezen.
“Dat buurtonderzoek was grote bullshit”, zegt Amir. “Ik ken de dochters van mijn buren, dus ik ben langsgegaan. Ze zeiden: ja, jij woont hier, wij weten ook niet wat onze ouders hebben gezegd.” Zijn buren spreken gebrekkig Nederlands, vertelt hij. “Ze verstonden er geen bal van, ze gingen gewoon met het gesprek mee.”
Experts geschrokken
Experts die we ernaar vragen, schrikken van de buurtonderzoeken en de verregaande conclusies die DUO erop baseert. Kun je er zomaar op vertrouwen dat je de waarheid boven tafel krijgt? Wat is het risico op misverstanden en vergissingen? En kunnen cultuurverschillen daarin een rol spelen?
Annelies Vredeveldt, die als universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam onderzoek doet naar getuigenverklaringen en vaak als deskundige optreedt in complexe rechtszaken, begint er zelf over. “In de Turkse en Marokkaanse cultuur bestaat er een hogere machtsafstand dan in de Nederlandse cultuur”, zegt ze, “wat betekent dat mensen meer respect hebben voor autoriteit en meer geneigd zijn mee te gaan met wat diegene van hen wil. Als een DUO-meneer dan binnenkomt en vragen stelt, heb je een grote kans dat iemand ja en amen zegt.” Helemaal wanneer de vragen suggestief zijn, en dat is hier het geval, vindt ze. “Het woord student is sturend. Je kunt niet aan elke student zien dat het een student is. Hoe weten die buren dat het een student is?”
Datzelfde zegt Jannie van der Sleen, een rechtspsycholoog die trainingen geeft in forensisch interviewen. Niet iedereen heeft hetzelfde beeld bij een student. “Het ligt aan je eigen achtergrond. Als je zelf naar de universiteit bent geweest, zie je misschien alleen studenten aan de universiteit als studenten, en mbo’ers als scholieren.”
Bovendien, zegt Vredeveldt: “Als DUO vraagt: wie woont daar?, dan vertellen mensen wie ze regelmatig zien, niet over iemand die er wél woont maar er niet vaak is. Als iemand altijd de hort op is, kan het zijn dat ze die student niet noemen.” Ook de sociale cohesie in de buurt is van belang, legt ze uit. “In sommige buurten staan vijf huizen en kent iedereen elkaar omdat ze jaarlijks barbecueën. In een flat in een grote stad is dat anders.”
Omgekeerde bewijslast
Je zou denken: hard bewijs zul je meestal niet krijgen in zo’n buurtonderzoek. Maar dat hoeft ook niet. Er is sprake van een ‘omgekeerde bewijslast’. DUO hoeft alleen maar aannemelijk te maken dat een student eigenlijk ergens anders woont, terwijl studenten een verdenking met hard bewijs moet weerleggen. Dat is te danken aan PvdA-politicus Ronald Plasterk, minister van Onderwijs van 2007 tot begin 2010. Hij is degene die de fraudejacht in de steigers heeft gezet.
En misschien moest er ook wel iets gebeuren. Frauderen was wel erg gemakkelijk in die tijd. Thuiswonende studenten hoefden alleen maar een ander adres op te geven en dan kregen ze in de loop der jaren enkele duizenden euro’s cadeau van de overheid, omdat ze zogenaamd op zichzelf woonden.
Maar hoe pak je de fraudeurs? Plasterk gaat niet over één nacht ijs. Hij kijkt onder meer naar ‘het terrein van de kinderopvang’, want hij denkt dat er veel te leren valt van ‘good practices bij andere organisaties’. De toeslagenaffaire ligt dan nog in de verre toekomst.
Uiteindelijk komt Plasterk met boetes voor fraudeurs en de eerder genoemde omgekeerde bewijslast. De strijd is van groot belang, vinden ook Plasterks opvolgers. Eerst ramen ze de fraude met de basisbeurs op 27 miljoen euro per jaar, later wordt dat 40 à 55 miljoen euro. “Ik ben hier echt van geschrokken”, zegt VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra in 2011. “Een strenge aanpak is noodzakelijk om het misbruik terug te dringen.” En hij is de enige niet die er zo over denkt. De PvdA dringt erop aan dat ook medeplichtigen worden aangepakt, zoals ooms en tantes.
(De tekst gaat verder onder het diagram )
Dus gaan de controles in 2012 van start. De jaarlijkse opbrengst aan boetes en terugvorderingen is niet eens zo hoog (het record is 4,8 miljoen euro in 2014, en de laatste jaren gaat het om enkele tonnen), maar DUO schermt met de preventieve werking. Studenten frauderen minder omdat ze weten dat ze gepakt kunnen worden.
Tevergeefs bezwaar
Amir maakt bezwaar tegen het besluit van DUO. Hij stuurt een verklaring van zijn buurvrouw mee dat ze onjuiste informatie heeft gegeven vanwege de taalbarrière. Ook verklaren zijn oom en moeder dat hij inderdaad bij zijn oom woont. Wanneer DUO zijn bezwaar van tafel veegt, stapt Amir naar de rechter. “Ik had het gevoel dat de zaak naar mij toe zou vallen”, vertelt hij. “De feiten zijn duidelijk. Het is een feit dat ik daar woonde.” Maar nee, de rechter verklaart het beroep ongegrond. De verklaringen van Amirs familieleden zijn subjectief en spelen daarom geen rol. De rechter ziet ‘geen aanknopingspunten om aan te nemen’ dat de verklaring van de buurvrouw ‘niet naar waarheid is afgelegd of onjuistheden bevat’.
“Een rode vlag”, zegt deskundige op het gebied van getuigenverklaringen Annelies Vredeveldt. “Als iemand erop terugkomt, is dat een waarschuwing dat er iets mis is. Het is een reden voor meer onderzoek.” Maar de rechter denkt er anders over. ‘De buren hebben, onafhankelijk van elkaar, een nagenoeg gelijkluidende verklaring afgelegd’, en deze verklaringen ‘geven duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar aan dat op het BRP-adres geen student woont.’ In hoger beroep komt de Centrale Raad tot hetzelfde oordeel, en daarmee is de kous af.
Meisje bezoekt haar moeder regelmatig
We spreken ook Zahra en net als Amir heeft ze een migratieachtergrond. Ze wil op kamers, maar dat kan niet zomaar. “Ik ben een Nederlands meisje, maar mijn moeder is nog echt een Afghaanse vrouw, dus ze is bang voor mijn reputatie.” Daarom gaat ze bij haar oudere broer en schoonzus wonen. Dat vindt haar moeder prima.
Maar DUO vindt het verdacht dat ze bij haar broer woont en gaat op onderzoek uit. Ook in dit geval doet DUO een buurtonderzoek, maar dan bij haar moeder in de buurt. Een buurvrouw vertelt de handhavers, naar waarheid, dat ze Zahra nog regelmatig bij haar moeder ziet. Dat zeggen twee andere buren ook. DUO weet genoeg: dit zijn geen bezoekjes, ze woont er gewoon! Zahra moet studiefinanciering terugbetalen en krijgt een boete. Alles bij elkaar kost het haar 13 duizend euro.
Daar blijft het niet bij. De controleurs zouden ook haar werkgever hebben gevraagd welk adres ze daar heeft opgegeven; ze werkte als student bij de gemeente. Het gevolg is dat haar manager geen contract meer wil aanbieden, zoals eerder beloofd.
Zahra wint haar rechtszaak wél. Een van de controleurs was een stagiair en dat mag niet van de rechter. DUO wordt dus voor een procedurele fout op de vingers getikt, maar dat vindt Zahra niet genoeg. Ze wil dat DUO erkent dat het onderzoek zelf rammelde. Ze spant opnieuw een zaak aan tegen DUO en ook die wint ze deels: DUO moet Zahra een paar duizend euro betalen vanwege het psychisch leed dat haar is aangedaan. Maar tot haar verdriet krijgt ze niet de erkenning dat het onderzoek slecht was.
Is migratieachtergrond toeval?
Is het toeval dat deze studenten allebei een migratieachtergrond hebben? In veel rechtszaken lijkt het een rol te spelen. De advocaten die we spreken beginnen er soms zelf over. “De studenten die ik zie, hebben vaak een migratieachtergrond”, zegt bijvoorbeeld de Rotterdamse advocaat Jacqueline Nieuwstraten. Anderen bevestigen het vermoeden. Bij het inloopspreekuur van de Tilburgse advocaat Rachid el Bellaj kwamen er “altijd studenten met een migratieachtergrond” in verband met een zaak rond de basisbeurs. “Nooit een Jan, Piet of Henk.”
‘Hoeveel van uw cliënten hadden een migratieachtergrond? ‘Allemaal’, zeggen de advocaten. Of: ‘Allemaal behalve één’
We willen het nader uitzoeken. Samen met collega-journalisten van NOS op 3 maken we een lijst van zeventig advocaten die de afgelopen tien jaar tegen DUO geprocedeerd hebben. We bellen ze en stellen steeds twee vragen: hoeveel van dit soort zaken voerde u, en in hoeveel daarvan had uw cliënt een migratieachtergrond? “Allemaal”, zeggen ze dan. Of: “Allemaal, behalve één!”
De 32 advocaten die gegevens wilden delen, voerden samen 376 zaken. In 367 daarvan was hun cliënt een student met een biculturele of migratieachtergrond. Dat is 98 procent. Het gaat om grofweg een kwart van alle gevoerde rechtszaken over de basisbeurs in de afgelopen tien jaar (1.463 zaken).
“Schokkend”, vindt de Maastrichtse hoogleraar privaatrecht Gijs van Dijck, die zich bezighoudt met etnisch profileren door overheidsorganisaties. Hij is een van de deskundigen aan wie we onze bevindingen voorleggen. Hij hekelt de manier waarop DUO studenten tot verdachten bestempelt.
Wie is verdacht?
DUO gaat niet zomaar bij willekeurige uitwonende studenten op bezoek. Om de pakkans zo groot mogelijk te maken, worden de studenten eerst gefilterd, waarbij DUO ‘risicoprofielen’ hanteert. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de afstanden tussen de adressen van de student, de ouders en de opleiding.
Het is verdacht als studenten bij de buren op kamers gaan. Ook is het verdacht als een student tamelijk ver van de opleiding gaat wonen, terwijl het huis van de ouders er vlakbij staat. Ook leeftijd en ‘onderwijssoort’ doen ertoe in het risicoprofiel: mbo’ers komen sneller in het zoeklicht.
Er ligt geen wetenschappelijke basis ten grondslag aan deze selectie. “Dat is een groot probleem”, zegt hoogleraar Van Dijck, “omdat je dan eigenlijk geen idee hebt wat je aan het meten bent. Je kunt prima met een algoritme werken, maar je moet wel weten wat het precies doet om te voorkomen dat je één groep eruit pikt.”
Na die eerste selectie van verdachte studenten gaat een speciale afdeling van DUO online verder kijken. Woont deze persoon in een studentenhuis? Dan zal het wel kloppen. Staat iemand ingeschreven bij een ander? Soms kun je online zien dat die twee een relatie hebben; dan hoeft er geen controleur op af.
Duo: ‘We leggen de culturele achtergrond van studenten niet vast’
Deze tweede schifting is dus mensenwerk, en mensen hebben nu eenmaal hun eigen verwachtingen en vooroordelen. Misschien is dat een verklaring voor de vele rechtszaken van studenten met een migratieachtergrond. Houdt DUO in de opsporing rekening met culturele verschillen?
“DUO legt de culturele achtergrond van een student/ouder/debiteur niet vast”, laat de dienst weten. “We kunnen alleen al daarom mensen niet verschillend van elkaar behandelen als het gaat om de culturele achtergrond. Er is dus ook geen beleid over hoe om te gaan met culturele verschillen. Wel wordt aan de toezichthouders gevraagd om rekening te houden met officiële christelijke of islamitische feestdagen door op die dagen geen huisbezoeken uit te voeren.”
Maar krijgen het fraudeteam en de controleurs misschien trainingen voor de omgang met uitzonderingsgevallen of culturele verschillen? Nee, is het antwoord. “DUO biedt geen trainingen aan medewerkers van het fraudeteam en controleurs die specifiek betrekking hebben op culturele verschillen.” Wel krijgen de medewerkers werkinstructies “ter bevordering van de kwaliteit van het onderzoek en ter voorkoming van willekeur”. Uitzonderingssituaties kunnen “te allen tijde aanleiding geven om gemotiveerd af te wijken van de instructies.”
We proberen te achterhalen of DUO zelf nadenkt over de mogelijkheid dat er weleens fouten worden gemaakt, maar het lijkt er niet op. DUO heeft het beleid bijvoorbeeld nooit goed geëvalueerd. “We hebben er wel samen over gesproken”, zegt woordvoerder Tea Jonkman. “Maar dat hebben we niet op papier gezet.”
Ruilende gezinnen
Na lang aandringen kunnen we een gesprek voeren met de manager en een voormalige medewerker van de DUO-afdeling Handhaving en Inspectie. Zij vertellen dat ze in hun speurwerk allerlei vormen van fraude tegenkomen. Er staan weleens tientallen studenten op één adres ingeschreven, waar eigenlijk maar een paar mensen kunnen wonen. Ook komt het voor dat twee gezinnen hun kinderen ‘ruilen’. Dan woont student A zogenaamd bij familie B en student B bij familie A. “Het gaat zelfs weleens in een kring”, zegt de medewerker. “Dan kunnen we het spoor volgen van familie A naar B naar C naar D en dan komen we weer uit bij familie A.”
Bij een verdenking stuurt DUO controleurs op pad, die bij de woning aanbellen. Vaak maken de DUO-medewerkers in Groningen de inschatting in hun eentje, maar bij twijfel laten ze een collega meekijken: wat vindt die ervan? Ze overleggen samen en controleren elkaar.
Toeslagenaffaire? ‘Wij hebben niets hoeven aanpassen’
Natuurlijk liggen zulke controles onder een vergrootglas sinds de toeslagenaffaire, weet DUO. Maar anders dan de Belastingdienst deed, zegt DUO niet naar afkomst te kijken en gebruikt de organisatie ook geen ‘zwarte lijst’. De gegevens over terugvordering van de basisbeurs gaan ook nergens anders naartoe. Studenten krijgen bijvoorbeeld geen strafblad wegens oneigenlijk gebruik. In het onderzoek vraagt DUO ook geen informatie op bij de Belastingdienst, Justitie of andere overheidsorganisaties. De toeslagenaffaire heeft dus geen invloed gehad op DUO’s aanpak, zegt de manager: “Het is getoetst, maar wij hebben niets hoeven aanpassen.”
Dat DUO weleens fouten kan maken, komt niet in haar op. Ieder mens maakt fouten, zegt de manager in het algemeen, maar daar trekt ze geen conclusie uit. Het zit ook niet in het vocabulair. “Als wij het bij DUO over fouten hebben, dan gaat het bijvoorbeeld om typfouten.”
Verbetert DUO de aanpak dan nooit? Dat wel. De dienst zegt ‘continu’ te blijven leren, bijvoorbeeld als de rechter een student in het gelijk heeft gesteld. Dan past DUO haar aanpak weleens aan, al gebeurt dat met enige vertraging. “Een rechterlijke uitspraak van nu komt soms voort uit een huisbezoek van drie jaar geleden.”
Maar dat je iets verbetert, wil volgens DUO niet zeggen dat het voorheen fout ging – zelfs niet als de aanleiding een verloren rechtszaak is. “De rechter vindt soms dat we ons standpunt beter moeten onderbouwen of dat we bij de controle meer hadden moeten doorvragen”, zegt de manager. “Ik zie dat rechters daar steeds scherper op worden. Ze zijn heel kritisch.”
Geen voordeel van de twijfel
Maar lang niet alle rechters lijken zo kritisch. Onlangs won DUO een rechtszaak van een Syrische student die veel bij zijn zieke moeder is. Hij huurt een eigen woning, maar woont hij er ook echt? Of is hij eigenlijk altijd bij zijn moeder? In de woning lagen weinig spullen die van hem waren. Hij heeft nu eenmaal weinig geld om dingen te kopen, voerde de student aan, maar dat vindt de rechter geen goede verklaring. Ook zijn andere argumenten misten hun doel: dat hij de woning al sinds 2016 huurt en de huur betaalt, dat hij over de huissleutels beschikt en dat zijn telefoon automatisch verbinding maakt met het wifi-netwerk “brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel”.
Het voordeel van de twijfel krijg je niet zo snel. Zo zijn er meer rechtszaken die DUO wint, bijvoorbeeld een zaak waarin de rechter oordeelt: “Voorts oogt de kamer op de genomen foto niet als een studentenkamer.”
Maar DUO gaat ook weleens onderuit, bijvoorbeeld als de controleurs te haastig zijn. In een van de huisbezoekjes waren de controleurs volgens hun eigen verslag binnen 19 minuten klaar, inclusief de ‘reistijd’ vanaf de straat naar de portiekflat en van de voordeur naar de slaapkamer, en weer terug. “Dat zal schattenderwijs een minuut of vier tot zes in beslag hebben genomen”, aldus de uitspraak Daar komen de administratieve handelingen nog bij, zoals het invullen en ondertekenen van formulieren. In die tijd kun je volgens de rechtbank geen “behoorlijk onderzoek naar de feitelijke woonsituatie van eiseres” verrichten.
In een andere zaak was een studente toevallig een paar weken afwezig vanwege de renovatie van haar kamer. De bezoekende controleurs baseerden zich op uitspraken van haar jongere broer, die er ook woonde, maar die kampt met PDD-NOS, waardoor hij moeite heeft met sociale contacten, aldus de uitspraak. “Hij neemt vragen letterlijk en heeft moeite met het leggen van verbanden.” De rechter veegde er de vloer mee aan.
‘Je voelt het gewoon’
De huisbezoeken worden afgelegd door handhavers van gemeenten of van private bedrijven. We spreken enkele voormalige handhavers, die vertellen waar ze op letten en wat voor vragen ze stellen. Liggen er studieboeken, staat er een bed, hangen er kleren in de kast? En als de student er zelf bij is, vragen ze bijvoorbeeld: weet je in welk keukenkastje de borden staan?
‘Student rolt elke avond een matje uit’
Ze komen gekke situaties tegen. Iemand liet een keer de babykamer van een tweeling zien en toen moesten de handhavers geloven dat de student in diezelfde kamer sliep: die zou daar elke nacht even een matje uitrollen. Natuurlijk komen ze ook echte studentenkamers tegen, waarbij het meteen duidelijk is dat die student er inderdaad woont. Ze schrijven een rapport voor DUO, waarna de dienst een beslissing neemt.
En het grijze gebied? Is het echt altijd duidelijk of iemand er wel of niet woont? Een van de handhavers meent van wel. “Ik wist direct of er gefraudeerd werd. Je voelt het gewoon.” Soms stond er geen bed en zou de student op de bank slapen. Dat geloofde ze dan niet. “Marokkanen hebben van die mooie banken – het kan dus wel. Maar ik wist het gewoon.” Het kwam voor dat de bewoners de handhavers probeerden te intimideren, vertelt ze, maar daar trok ze zich niets van aan. “Ik dacht gewoon: ik pak je. Ik haat mensen die frauderen.”
Afwijken van de norm
Er schuilen allerlei risico’s in zulke controles, bijvoorbeeld dat handhavers hun eigen vooroordelen bevestigen en zich dan steeds vaker op dezelfde groep gaan richten. Ook kun je de ‘normale situatie’ tot norm verheffen: wie ervan afwijkt, moet dan zijn basisbeurs terugbetalen. Dat lot lijkt studenten met een migratieachtergrond bovengemiddeld vaak te treffen.
Geconfronteerd met de bevindingen zegt DUO-woordvoerder Tea Jonkman aanvankelijk dat er geen aanleiding is om dit te onderzoeken – als het überhaupt zou kunnen. “Wij weten niet hoe we dat proces onder de loep moeten nemen, omdat we juist op die objectieve kenmerken selecteren en niet op achtergrond. Wij weten het niet.”
De oververtegenwoordiging van studenten met een migratieachtergrond noemt ze opmerkelijk. “Maar we kunnen dat zelf niet verifiëren”, zegt ze, “omdat wij nu eenmaal die gegevens niet bijhouden, en het niet weten. We krijgen er ook geen klachten over, niet via rechtbank en niet via de Ombudsman.”
Twee dagen later lijkt er toch iets veranderd. Het onderzoek geeft “een beeld dat nog niet eerder bij DUO bekend was”, is nu de schriftelijke reactie. “De bevindingen zijn voor DUO wel aanleiding om structureel te gaan evalueren.”
Minister Dijkgraaf: “Verontrustend signaal”
Dat er onschuldigen getroffen worden, lijkt de studiefinancier zich nog steeds niet te kunnen voorstellen. De dienst wil bijvoorbeeld de voorlichting verbeteren “in het algemeen en mogelijk richting speciale doelgroepen” om “mogelijk onbedoeld misbruik” van de beurs in de toekomst te voorkomen. En die verloren rechtszaken? Veelal zijn studenten in het gelijk gesteld vanwege een onjuist gevolgde procedure, wil DUO onderstrepen, en niet per se omdat ze toch uitwonend waren.
Voor de camera van de NOS gebruikt minister Dijkgraaf zwaardere woorden. Hij vindt het een “verontrustend signaal” en wil grondig nagaan (“tot een paar cijfers achter de komma”) of de aanpak van DUO “niet op een verholen manier toch discriminerend is”. Hij zegt het in verschillende bewoordingen: onbewust, onbedoeld, verholen.
“Het is de eerste keer dat ik dit hoor”, zegt hij ook. Maar na de affaire rond de kinderopvangtoeslag kan de overheid volgens hem niet te snel zeggen: het kan niet en het gebeurt niet. “We gaan hier heel hard achteraan. We zullen als ministerie van Onderwijs continu moeten leren en proberen onze procedures zo eerlijk mogelijk te houden en maken.”
‘Ik wil dat iemand zegt dat ik geen fraudeur ben’
Hoe gaat het met Zahra en Amir na hun botsing met DUO? Zahra heeft het er nog altijd moeilijk mee. Ze overweegt in hoger beroep te gaan, alleen maar om dat buurtonderzoek aan de kaak te stellen. “Ik heb eigenlijk geen energie meer”, zegt ze. “Maar het gaat om mijn reputatie. En ik wil dat iemand zegt dat ik geen fraudeur ben.”
Amir wil zich niet laten kisten. Hij heeft zijn zaak verloren, maar is er niet aan onderdoor gegaan, vertelt hij. Zo zit hij niet in elkaar. Liever zet hij de schouders eronder en werkt hij hard. “Afbetalen en doorgaan.”
De namen van Amir en Zahra zijn veranderd in verband met hun privacy.
Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij een werkbeurs Onderwijsjournalistiek van Stichting Onderwijsfonds COCMA en een beurs van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. De uitkomsten van dit onderzoek verschijnen ook in dagblad Trouw en weekblad De Groene Amsterdammer.