Afgestudeerden van de drie kleine christelijke hogescholen zijn zeer tevreden over hun christelijke vorming, al hadden ze meer aandacht gewild voor de omgang met andersdenkenden.
Achteraf gezien was hij in zijn studietijd een beetje wereldvreemd, zegt één van de zevenhonderd alumni die meewerkten aan een grootschalig onderzoek van de Christelijke Hogeschool Ede, de Driestar Hogeschool in Gouda en de Gereformeerde Hogeschool Zwolle.
De drie “identiteitsgebonden” hogescholen, die sinds jaar en dag prima scoren in de Keuzegids Hoger Onderwijs, wilden wel eens weten hoe hun afgestudeerden de christelijke beroepsvorming waarderen en wat eraan verbeterd kan worden.
Het leeuwendeel (94 procent) van de geënquêteerde alumni is zeer positief, maar ervaart het wel als een gemis dat er in de opleidingen weinig aandacht wordt besteed aan afwijkende opvattingen. Ze maken er te weinig kennis met de grote boze wereld, zegt een van hen. In hun beroepspraktijk kunnen ze hun christelijke visie soms moeilijk uitleggen aan andersdenkenden en daar hadden ze graag wat meer hulp bij gehad.
Het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool, dat het onderzoek uitvoerde, adviseert onder meer dat studenten één van hun stages lopen bij een niet-geestverwante organisatie. Ook docenten zouden vaker de wijde wereld in moeten.
De collegevoorzitters van de drie hogescholen zijn blij met het rapport en zullen samen met het personeel besluiten of alle aanbevelingen worden overgenomen. Nu al worden sommige docenten op stage gestuurd als ze weinig praktijkervaring hebben. Ook komen alumni de studenten over hun beroepservaringen vertellen.