De Amsterdamse universiteitsbestuurders hadden duidelijker moeten communiceren over hun plannen voor de bètafaculteiten, vindt minister Bussemaker. De gebrekkige communicatie heeft volgens haar “tot verwarring en ongerustheid bij personeel en studenten geleid”.
Dat zegt de minister in aantwoord op Kamervragen van de SP. Inhoudelijk is er volgens haar niets aan de hand maar de bestuurders hadden wel beter kunnen communiceren.
Zin doordrijven
De samenwerking tussen de bètafaculteiten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam blijft de gemoederen in de hoofdstad bezighouden. De bestuurders van de twee universiteiten wilden de faculteiten graag samenvoegen, maar de medezeggenschap stemde tegen.
In juni van dit jaar leek het bestuur zijn zin toch door te drijven. Bij een nieuw voorstel voor gezamenlijke huisvesting en inhoudelijke samenwerking hadden de universiteitsbestuurders ter informatie een oud document uit 2012 gevoegd, waarin nog sprake was van een fusie. Het schokte sommige betrokken studenten en een groepje bezette zelfs een gebouw om zijn standpunt kracht bij te zetten.
Daadwerkelijke medezeggenschap
De minister herhaalt in haar antwoorden een eerdere oproep aan bestuurders in het hoger onderwijs: medezeggenschapsraden moeten tijdig geïnformeerd worden, zodat “daadwerkelijk effectieve medezeggenschap mogelijk is”.
Dat de communicatie beter moet, werd deze zomer ook al aangegeven door bètadecaan Karen Maex.