Minister Bussemaker heeft geen spijt dat ze toezichthouder Atzo Nicolaï van de Universiteit van Amsterdam in april herbenoemde. Toch gaat ze de wet aanpassen die net is goedgekeurd door de Eerste Kamer.
Tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer stelde SP-Kamerlid Jasper van Dijk gistermiddag dat de minister een grote fout heeft gemaakt door Atzo Nicolai in april “in de achterkamertjes” te herbenoemen als voorzitter van de raad van toezicht van de UvA. “De heer Nicolaï had nul komma nul draagvlak”, aldus Van Dijk.
Geen vertrouwen
Vorige week kondigde de voltallige raad van toezicht zijn vertrek aan, toen de medezeggenschapsraden van de UvA het vertrouwen dreigden op te zeggen.
Maar minister Bussemaker betuigde geen spijt. Ze wierp tegen dat ze volgens de regels had gehandeld en bovendien weinig keus had. Het halve bestuur van de UvA was immers opgestapt en er moest een raad van toezicht overblijven die nieuwe collegegelden kon voordragen. Ook moeten er dringend knopen worden doorgehakt over de bestuurlijke samenwerking tussen de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam.
Wet aangepast
Wel erkent ze dat de vertrouwensbreuk tussen de medezeggenschapsraden en de raad van toezicht vorige week groter was dan ze eerder zelf had gehoord van studenten, docenten en andere betrokkenen. De les die ze heeft geleerd is dat de medezeggenschap voortaan niet alleen bij nieuwe benoemingen van toezichthouders moet worden betrokken, maar ook bij herbenoemingen.
De Wet versterking bestuurskracht, die de Eerste Kamer diezelfde ochtend had goedgekeurd, kan wat haar betreft worden aangepast.
Prima bestuursmodel
In het afschaffen van de raden van toezicht, zoals Van Dijk bepleit, ziet ze niets en daar is volgens haar ook geen politieke meerderheid voor. “Ik ken geen betere bestuursmodellen dan het huidige.”