Wie weet gaat het volgende kabinet flink bezuinigen, maar de kans is klein dat het mes in de ov-studentenkaart gaat. Dat heeft namelijk geen zin, legt minister Dijkgraaf uit in een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer. Het CDA had er vragen over gesteld.
Als de overheid zou willen bezuinigen op de ov-studentenkaart, bijvoorbeeld door het reisrecht een jaar in te korten, dan dalen de inkomsten van de NS en die moet daarvoor gecompenseerd worden. Dat staat in de afspraken.
Zo’n ‘besparing’ zou dus weinig opleveren: het geld vloeit alsnog naar de NS. “Overigens benadruk ik dat het kabinet geen voornemens heeft om het studentenreisproduct aan te passen”, aldus Dijkgraaf.
Minder reizen
Maar op een andere manier kan de vergoeding toch omlaag, en dat gaat ook gebeuren. Studenten reizen namelijk minder met het openbaar vervoer dan voorheen. Daarom ontvangen de ov-bedrijven 207 miljoen euro minder van het ministerie van Onderwijs.
Die korting komt dus niet doordat het beleid verandert, maar doordat studenten minder vaak de trein of bus pakken. De precieze vergoeding aan de ov-bedrijven is afhankelijk van studenten die het openbaar vervoer gebruiken.
In het schriftelijk overleg stelden de fracties allerlei vragen over de gevolgen van deze korting op de ov-bedrijven: hoe zit het in de toekomst met de bereikbaarheid in de regio? De vragen zijn enkele maanden geleden gesteld en zijn in de tussentijd goeddeels beantwoord.
Om de klap op te vangen, krijgen de bedrijven dit geld in 2024 alsnog, maar dan via het ministerie van Infrastructuur. Ook heeft het kabinet 300 miljoen euro extra uitgetrokken voor het openbaar vervoer in de regio.
Belangen studenten
Maar sommige vragen blijven toch relevant, omdat ze over de uitgangspunten van het beleid gaan. Het CDA wilde bijvoorbeeld weten hoe het kabinet de belangen van studenten meeweegt. Wat is nog de waarde van de ov-studentenkaart als de bus niet meer langs hun onderwijsinstelling rijdt? Door bezuinigingen dreigen allerlei verbindingen te verdwijnen.
Natuurlijk is goed openbaar vervoer van belang, antwoordt Dijkgraaf, maar wie moet ervoor opdraaien? Het kabinet is van mening “dat studenten niet de rekening moeten betalen voor instandhouding van het ov”.
Het reisrecht van studenten is immers niet gratis, ze sluiten hiervoor een lening af die ze moeten terugbetalen als ze niet binnen tien jaar hun diploma behalen. Deze lening gaat omlaag als studenten minder reizen en het ministerie van Onderwijs minder geld aan de ov-bedrijven betaalt.
Dit jaar is het maandelijkse leenbedrag voor de ov-studentenkaart inderdaad gedaald. Studenten lenen nu 115 euro per maand voor hun reisrecht, zes euro minder dan vorig jaar.
Uitbreiden
GroenLinks-PvdA vroeg of het kabinet misschien het reisrecht voor studenten kon uitbreiden om het openbaar vervoer te steunen. Dat gaat minister Dijkgraaf niet doen, antwoordt hij. “De eventuele keuze om het reisrecht uit te breiden is aan een volgend kabinet.”
Het gaat om grote aantallen reizigers. Dit jaar hebben naar schatting 833 duizend mbo-, hbo- en wo-studenten een ov-kaart.