Bij de voordeur van De Verrekijker staat een bord ‘Welcome, we are open minded’. Ruimdenkend dus, maar niet zo ruimdenkend dat afgelopen dinsdagavond Bart Schut van het Nieuw Israelietisch Weekblad erin mocht, toen de omstreden Palestijn Rasmea Odeh er sprak. “Zionisten zijn niet welkom”, kreeg Schut te verstaan.
Perswoordvoerder Charlie Ranzijn is er verlegen mee. “Dat waren wij niet, die Schut weigerden, maar mensen van de Revolutionaire Eénheid, die de avond hadden georganiseerd en daarvoor gebruik maakten van onze ruimte. Het is een fout, want zo willen wij niet zijn. We willen een open space zijn en met iedereen praten, ongeacht de ideologie.”
“Aan de andere kant had Schut al stemming gemaakt op Twitter, en ook GeenStijl had de boel al flink op lopen stoken, dus we waren bang voor trammelant. Maar persoonlijk vind ik dat hij welkom is om met ons te komen praten.”
Nu aarzelt hij even, want hij vermoedt dat de rest van het collectief het wel met hem eens is, maar eigenlijk moeten zulke dingen eerst met de rest worden besproken.
Individueel straffen
Ranzijn haalt er iemand anders bij, Patchelly is zijn voornaam. Zijn achternaam wil hij niet zeggen, want hij heeft ergens gelezen dat de VU overweegt de betrokken studenten individueel te gaan straffen voor het overtreden van de campusregels.
Patchelly werpt tegen dat met “zionisten” geen joden bedoeld worden, dat het om de ideologie gaat. Oké, je weigert dus mensen vanwege hun ideologie. Haal dat bord dat je “open-minded” bent, dan ook maar weg, want dat ben je dus niet. “het gaat erom dat de media niet welkom zijn. Dat is een regel die ons is opgelegd door de VU, door de facilitaire campusorganisatie, dat we geen pers mogen toelaten.”
Nou ja, zegt hij, daar komt bij dat mensen zich hier veilig moeten voelen. Journalisten zetten je naam op GeenStijl en daarna word je in de media kapotgemaakt.”
Probleem is dat Schut niet geweigerd werd omdat hij pers was, maar omdat hij zionistische pers was. Andere media schijnen die avond wel te zijn toegelaten. “Dus omdat er één medium wordt toegelaten, moeten we ze allemaal maar toelaten?”, vraagt Patchelly. Nou, ja, eigenlijk. Anders is het discriminatie.
Twijfelachtige gast
“Het is gewoon erg jammer dat die media er waren”, zegt hij. Een ondubbelzinnige veroordeling van degenen die er een “antizionistisch” deurbeleid op na hielden, krijgt hij blijkbaar niet uit zijn mond. Het is allemaal vervelend en onhandig, zegt hij. “Hier zijn wij niet voor opgeleid.”
Dat deurbeleid had De Verrekijker sowieso niet uit handen moeten geven. Als je de Revolutionaire Eénheid al in je huis laat met hun twijfelachtige gast, dan benadruk je toch dat het jouw ruimte is, waar jouw regels gelden?
Ranzijn is het daarmee eens. Hij zegt ook tegen Patchelly: “We moeten Schut toch als mens welkom heten? Niet als journalist, maar als mens?”
“Ga je nu alleen hierover schrijven?” vraagt Patchelly. Hij wil graag dat Advalvas schrijft dat De Verrekijker wil praten met de VU, die gezegd heeft dat De Verrekijker moet vertrekken. “Af en toe komt er iemand van de VU langslopen en dan gaan ze weer weg”, aldus Ranzijn. Ze zitten een beetje in de piepzak. Deze situatie is niet wat ze hadden verwacht.
Steunverklaring uit Tel Aviv
“We hebben een steunverklaring van studenten van de Tel Aviv University”, zegt Ranzijn. Volgens Patchelly is het een draft die ze hebben gestuurd per mail. Die laat hij zien op zijn mobiele telefoon.
Ranzijn vertelt dat ze de kraakruimte hebben opgeruimd, en koffie en koekjes hebben ingeslagen. “Om ons een beetje voor te bereiden op het bezoek dat we nog gaan krijgen.”
“Het is toch ironisch”, zegt Patchelly, “dat ik in Advalvas over de nieuwe studentenwervingscampagne lees dat de VU studenten wil die de status quo niet accepteren, en dan zo omgaat met studenten die de status quo niet accepteren.”