Het kabinet gaat per direct Iraanse studenten en wetenschappers in Nederland screenen. Het is bang dat hun specialistische kennis wordt gebruikt voor het Iraanse raketprogramma.
Het verscherpte toezicht gaat gelden voor studenten die “gevoelige” technische studies volgen en voor wetenschappers die werken in onderzoeksvelden waar risico is op “ongewenste technologieoverdracht”, schrijven de ministers Blok, Van Engelshoven en Grapperhaus aan de Tweede Kamer.
Raketprogramma
Het kabinet neemt direct actie omdat er steeds meer zorgen leven over het ballistische raketprogramma van Iran. In hun brief verwijzen de ministers bovendien naar een “recente casus”. Volgens de NOS zou het gaan om een student van de TU Delft die de bouw van raketten bestudeert. Een woordvoerder van de universiteit kan dat niet bevestigen en zegt niet op individuele gevallen in te gaan, meldt nieuwssite Delta.
Het is onduidelijk of er al specialistische kennis is doorgespeeld naar Iran. Studenten en onderzoekers die banden hebben met Noord-Korea, worden al langer in de gaten gehouden. In die onderzoeken doken steeds vaker Iraniërs op, zei Blok tegen de NOS.
Atoomkennis verspreiden
Het is niet voor het eerst dat Iraanse studenten en wetenschappers in Nederland onder een vergrootglas liggen. In 2008 besloot Nederland op basis van een VN-resolutie uit 2006 dat mensen met een Iraanse achtergrond toestemming moesten krijgen van het ministerie van Onderwijs om bepaalde technische of natuurwetenschappelijke masteropleidingen te mogen volgen, uit angst dat zij atoomkennis zouden verspreiden. Een actiegroep van Iraanse studenten en wetenschappers spande een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat en kreeg tot bij de Hoge Raad gelijk in 2012.
Discriminatie
Toch werd het discriminerende overheidsbeleid pas in 2013 gewijzigd door toenmalig minister Bussemaker. Voortaan moesten alle studenten en wetenschappers een ontheffing aanvragen als ze aan een Nederlandse universiteit nucleaire kennis wilden opdoen.
In het eerste deel van de brief die de ministers gisteren naar de Tweede Kamer stuurden, gaat het over toezicht op alle studenten en onderzoekers die een link kunnen hebben met het Iraanse raketprogramma. Maar in het tweede deel gaat het specifiek over “studenten en onderzoekers uit Iran”, die in de gaten zullen worden gehouden door een speciale ‘Taskforce’ van de drie betrokken ministeries. Maar het toezicht zal “zorgvuldig en non-discriminatoir” zijn, beloven de bewindslieden.