Het miljard voor studenten die de afgelopen jaren geen basisbeurs ontvingen moet volgens premier Rutte niet worden gezien als compensatie maar als tegemoetkoming. Een Kamermotie om het bedrag te verhogen haalde het niet.
Op de tweede dag van het Kamerdebat over de regeringsverklaring ging de premier in op de kritiek van oppositiepartijen die niet willen dat het kabinet de zogenoemde pechstudenten met een “wat karige fooi” van omgerekend duizend euro afscheept.
Volgens premier Rutte is het miljard euro dat in het coalitieakkoord is gereserveerd een “tegemoetkoming” voor studenten zonder basisbeurs en is het niet bedoeld als compensatie. Hij herinnerde er ook aan dat het miljard boven op het bestaande budget voor studievouchers komt.
Hij ontraadde de motie van Sylvana Simons (BIJ1) en mede-indieners die de regering opriep om de studenten op een behoorlijke wijze te compenseren, zodat de compensatie vergelijkbaar is met de giften aan de studenten die onder de basisbeurs vielen.
Bij de stemmingen bleek dat een Kamermeerderheid de premier steunt. Coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie stemden tegen de motie, net als de SGP en Pieter Omtzigt.