De halvering van het collegegeld voor nieuwe studenten had deze zomer nog weinig invloed op de keuze om wel of niet te gaan studeren. De meesten zagen het als een fijne financiële meevaller.
Studenten die zich voor het eerst inschrijven aan een hogeschool of universiteit betalen sinds september in hun eerste studiejaar maar de helft van het wettelijk collegegeld. Studenten van lerarenopleidingen krijgen de korting ook in het tweede jaar.
Goedmakertje
De maatregel was aangekondigd in het regeerakkoord en kan gezien worden als goedmakertje voor het afschaffen van de basisbeurs in 2015. Het hoger onderwijs zou er ook toegankelijker van worden, hoopte minister Van Engelshoven. Critici meenden dat zij dan beter de aanvullende beurs kon verhogen.
Het effect van de maatregel is vooralsnog gering. Deze zomer heeft onderzoeksbureau ResearchNed in opdracht van het ministerie ruim 11 duizend scholieren en mbo’ers benaderd die voor de keuze stonden om te gaan studeren. Van hen vulden er 1285 de vragenlijst in.
Zeker studeren
In totaal zegt 6 procent van de havo-/vwo-scholieren en 17 procent van de mbo-studenten dat de halvering van het collegegeld een rol heeft gespeeld bij de beslissing om te gaan studeren.
In de meeste gevallen was de maatregel echter niet doorslaggevend, maar zien ze die als “een fijne financiële meevaller”. Een van hen zegt in het rapport: “Het is wel tof en zo, maar ook zonder de halvering was ik zeker gaan studeren.”
Financiële twijfels
Volgens de onderzoekers lijkt de halvering met name een positief effect te hebben op studenten met een migratieachtergrond of mbo-studenten van wie de ouders het financieel minder goed hebben. Zij zijn oververtegenwoordigd in de groep die zegt dat de korting enige invloed had op hun besluit. Of zoals de onderzoekers het voorzichtig formuleren: de halvering van het collegegeld lijkt de financiële twijfels bij deze groep studenten “wel degelijk deels weg te nemen”.
Over het effect op de lerarenopleidingen kan nog helemaal niets met zekerheid worden gezegd, omdat te weinig scholieren in die doelgroep de vragenlijst hadden ingevuld.
Het onderzoek is te kleinschalig om harde conclusies te trekken, erkennen de onderzoekers en de minister. Wel noemt Van Engelshoven het effect op studenten met een migratieachtergrond of met minder draagkrachtige ouders een “positieve ontwikkeling”.