We gaan weer loten voor studies als geneeskunde, als het aan de politiek ligt. Aan de VU hebben ze daar gemengde gevoelens over.
De decentrale selectie voor opleidingen met een numerus fixus is in ongenade gevallen in Den Haag omdat die ongelijkheid in de hand zou werken. D66 pleit al heel lang voor een terugkeer naar loting voor studies met een beperkt aantal plaatsen, zoals geneeskunde. Een meerderheid in de Tweede Kamer stemde half maart voor opheffing van het verbod op loten, dat sinds 2013 geldt.
Maar volgens vicedecaan Christa Boer van de faculteit Geneeskunde, voorzitter Marleen Westerhof van de selectie, en selectieteamlid Ine Vos (beiden stafmedewerker bij Team Strategie & Beleid van Onderwijs) wordt het debat over selectie en loting gedomineerd door tendentieuze berichtgeving in de media. Onderzoeken die aantonen dat decentrale selectie leidt tot kansenongelijkheid, bijvoorbeeld omdat kinderen van rijke ouders zich erop voorbereiden met trainingen bij dure bureaus, laten volgens hen maar een deel van de werkelijkheid zien.
“Daar houden we rekening mee bij de selectie, dat niet iedereen tijd heeft voor bijles en trainingen en dat studenten afhankelijk zijn van een bijbaan”, zegt Westerhof. “We zijn niet op zoek naar het schaap met de vijf poten”, zegt Vos.
Hoge cijfers zeggen niet alles
De VU selecteert mensen niet alleen op basis van hun prestaties en cognitieve vaardigheden, maar kijkt ook naar maatschappelijk engagement en bijzondere interesses, bijvoorbeeld in onderzoek of techniek. “Minder goede cijfers kun je aan de VU compenseren met andere kwaliteiten, zoals goede communicatievaardigheden, want vwo-cijfers zijn een van de beste voorspellers van studiesucces, maar iemand met hoge cijfers is niet per se ook een goede arts”, aldus Boer.
De drie zijn voorstanders van decentrale selectie en investeerden de afgelopen jaren in het verbeteren en fine-tunen ervan. In 2019 werd hun methode op basis van een enquête onder geneeskundestudenten als beste selectie gekozen, die de beste toekomstige artsen oplevert. Zo kijkt de VU naar de prestaties van een aspirant-student gedurende een langere periode, zodat er geen sprake is van een momentopname als iemand net in een dip zit.
En harde cijfers heeft ze niet, zodat het moeilijk vergelijken is tussen de studentenpopulatie van vóór het verbod op loting en die van nu, maar Ine Vos heeft “de indruk” dat decentrale selectie de diversiteit aan de VU in elk geval niet onder druk heeft gezet. “De VU is een van de meest diverse universiteiten, en als je kijkt onze collegezaal en op onze selectiedagen zie je dat terug. Landelijk was vorig studiejaar 31 procent van de eerstejaars geneeskunde een student met een migratieachtergrond”, volgens Vos, die verwijst naar de CBS-cijfers.
Waar zijn de mannen?
Mannen zijn een veel moeilijker te bereiken groep. Gemiddeld 67 procent van de eerstejaars geneeskunde is vrouw. “Mannen melden zich niet aan”, aldus Boer. Die zich wel melden, doen het niet slechter in de selectieprocedure dan vrouwen. “Meisjes zijn op het vwo al iets oververtegenwoordigd. Onze indruk is dat meisjes gemiddeld wat vroeger starten met het verbeteren van hun schoolcijfers en cv dan jongens, maar dat jongens vaker een goede eindsprint maken. Gedurende de bachelorfase presteren mannen bij geneeskunde gemiddeld iets minder sterk dan vrouwen, maar in de master zijn die verschillen niet meer zichtbaar.”
Lees de rest in de nieuwe Ad Valvas, verkrijgbaar op de betere virtuele campus.