Het tweede type is in het laatste jaar van zijn bachelor alvast aan het voorsorteren op zijn carrière. Deze persoon kom je doorgaans niet tegen na twaalven, laat staan bij de Febo; het zijn zelf al halve burgers.
Het onderscheid tussen deze groepen kun je perfect aflezen aan hun LinkedIn-pagina. Het burgerlijke type houdt zijn profiel minutieus bij met een gedrevenheid die je verwacht van basisschoolmeisjes met een dagboek. Studenten van het andere type besteden zo min mogelijk moeite aan LinkedIn, als ze überhaupt al weten wat het is.
Zelf hoor ik absoluut bij de tweede groep. Het LinkedIn-account dat ik jaren geleden heb aangemaakt, is niet meer dan een ondergeschoven kindje. Iets aan die app staat me niet aan. En dan heb ik het niet eens over het hinderlijke gegeven dat een andere gebruiker al een melding krijgt als je alleen diens profiel bekijkt.
Het zit ’m in iets anders. In onze cultuur wordt ons, mijns inziens terecht, aangeleerd dat bescheidenheid een mooie eigenschap is. Te kopen lopen met al je prestaties, werkt averechts. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.
Op LinkedIn gelden kennelijk andere wetten. In tal van (verplichte) studie-workshops over de app is mij met klem aangeraden om werkelijk elke scheet uit mijn leven te plaatsen en op te blazen tot imposante proporties. Elk baantje, elke commissie, elke keer dat je een oud vrouwtje helpt met oversteken, elke vuilniszak die je vervangt – allemaal bruikbaar.
Noem mij naïef, maar ik weiger te geloven dat het noodzakelijk is om jezelf online te prostitueren om aan de bak te komen. Ik kan me niet voorstellen dat veel mensen gecharmeerd zijn als ze met hun verjaardag of nieuwe functie worden gefeliciteerd middels een door LinkedIn geformuleerd berichtje. Voelt toch wat onoprecht.
Hetzelfde geldt wat mij betreft voor netwerken. Hoewel het wordt gezien als dé manier om hogerop te komen – er zijn zelfs speciale borrels voor -, krijg ik er de kriebels van. Mensen prikken er toch doorheen als je een gesprek met ze aanknoopt, puur om in een goed boekje bij ze te komen?
Daar word ik alleen maar ongemakkelijk van. Laat mij maar lekker kletsen met wie ik wil kletsen. Misschien ontmoet ik mijn toekomstige baas wel bij de Febo om drie uur ’s nachts.