De Vrije Universiteit staat sinds jaar en dag bekend als de universiteit die een thuis biedt aan haar diverse studentenpopulatie. Zij was de eerste universiteit met halal voedsel in de kantine en een stilteruimte waar islamitische en andere studenten konden bidden. De oprichting van de Turkse en de islamitische studentenverenigingen werd op de VU verwelkomd als uitdrukking van emancipatie, in het voetspoor van de emancipatie van kinderen van de protestants-christelijke ‘kleine luyden’.
Het is ondertussen veertig jaar geleden dat de eerste studenten met een migratieachtergrond de VU binnenkwamen. Op aanvraag van Diversity Office werden recent bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) instroom- en doorstroomcijfers opgevraagd van studenten met een migratieachtergrond die hun vooropleiding in Nederland hebben doorlopen. De uitkomsten geven helaas een ontnuchterend beeld. Na de gestaag stijgende instroom begin deze eeuw lijkt die in de laatste tien jaar niet langer gelijke tred te houden met de natuurlijk aanwas van deze groep in de bevolking.
De VU blijkt niet langer altijd de eerste keus boven de UvA voor de tweede generatie. Ook in de doorstroom van de bachelor naar de master zien we dat onze universiteit een aanzienlijk deel van haar studenten met een migratieachtergrond verliest. Veel Turks- en Marokkaans-Nederlandse studenten komen hier via de stapelroute binnen. Die vormt een alternatieve emancipatieroute omdat we in Nederland op extreem vroege leeftijd selecteren. De CBS-cijfers laten zien dat op de VU de hbo-stapelaars vaker uitvallen en langer over hun bachelor doen dan studenten met een vwo-vooropleiding.
De emancipatiemachine die de VU was, hapert en sputtert. Het lijkt erop dat we achterover zijn gaan leunen, onszelf feliciterend als boegbeeld van diversiteit. Tegelijkertijd worden we door andere universiteiten links en rechts ingehaald. De Erasmus Universiteit Rotterdam besteedt ondertussen veel meer geld en aandacht aan outreach en kansenongelijkheid dan de VU. En de UvA heeft diversiteit en inclusie inmiddels ook hoog op de agenda staan en ingebed in haar organisatie. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het VU-onderwijsbeleid moeten concrete plannen maken om de geconstateerde kansenongelijkheid aan te pakken. Dat zijn we aan onszelf verplicht.