Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
25 juli 2024

Campus
& Cultuur

Marjolein Jansen interviewt studenten

‘We doen wat we zeggen’

De VU heeft over 2017 een positief saldo van ruim 14 miljoen euro behaald. Reden voor Marjolein Jansen, vicevoorzitter van het college van bestuur, om tevreden achterom en vooruit te kijken.

U bent tevreden over het financiële resultaat over het afgelopen jaar?
“Ja, niet alleen over het positieve saldo, maar vooral over de manier waarop we dat hebben bereikt. De kaders die we als universiteit hebben gesteld, halen we ook. Er zijn geen rare uitschieters naar boven of beneden ten opzichte van de begroting. We doen wat we zeggen en liggen stabiel op koers. En we zorgen dat het geld zoveel mogelijk naar de goede dingen gaat, beter onderwijs en onderzoek. Ik kijk graag achter de cijfers. De VU heeft het afgelopen jaar weer veel mooie dingen gedaan.”

Waarom gaat het financieel nu beter? In 2015 en de jaren daarvoor was er nog een flink tekort?
“We zetten de tering naar de nering door duidelijke prioriteiten te stellen wat we wel en niet doen. We voeren een streng maar rechtvaardig financieel beleid. Alle faculteiten en diensten horen positieve resultaten te halen en dat lukt nu aardig. Wat dat betreft hebben we dit resultaat echt samen bereikt. Om financieel gezond en stabiel te blijven hebben we ieder jaar een positief saldo nodig.

‘Positief saldo nodig voor goede balans’“We hebben een grote reorganisatie van de diensten achter de rug. Dat heeft veel geld gekost, maar nu plukken we er de resultaten van. Het bespaart ons ieder jaar zo’n zeventien miljoen euro. En voorlopig is het laatste grote nieuwbouwproject gepland, het schoolwerktuinencomplex. Zodoende hebben we een goed zicht op onze financiële situatie voor de komende paar jaar. We zitten keurig binnen de afgesproken kaders en kunnen goed sturen op de toekomst zonder grote ingrepen te hoeven doen.”

Tenminste, als de regering niet ineens gaat bezuinigen op de universiteiten.
“Dat klopt. Daar zit een onzekere factor. De minister heeft aangekondigd nog eens naar de bekostiging van het hoger onderwijs te kijken. Dat kan voor ons gunstig uitpakken, maar dat is nog zeer ‘Die vierduizend extra docenten van Bussemaker komen er niet’onzeker. We willen bijvoorbeeld extra geld voor stapelaars waarvan de VU er relatief veel heeft. Maar het kan ook tegenvallen als bijvoorbeeld de technische universiteiten een groter deel van de koek krijgen of er niets aan de zogenoemde vaste voet wordt gedaan, waar de oude universiteiten zoals Leiden, Utrecht en UvA van profiteren. In ieder geval rekenen we de komende jaren op de voorschotmiddelen, het extra geld dat vrijkomt doordat het leenstelsel is ingevoerd. We verwachten volgend jaar zo’n 7 miljoen te krijgen. Maar daar moeten we ons niet rijk mee rekenen. Die vierduizend extra docenten die minister Bussemaker beloofde toen het leenstelsel werd ingevoerd komen er echt niet. Per student krijgen we ieder jaar minder geld en de besteding van de voorschotgelden is aan strenge regels gebonden.”

 Afgelopen twee jaar is het aantal docenten aan de VU toch zelfs afgenomen?
“Dat ligt wat genuanceerder. Het aantal personeelsleden is de afgelopen jaren redelijk stabiel, maar in de loop van het jaar heb je natuurlijk ook vacatures. Dan hangt het erg van de peildatum af welk aantal docenten in het jaarverslag verschijnt. Vorig jaar waren er in ieder geval wel minder promovendi. Wat ook gebeurt, zeker bij de bèta’s, is dat mensen die bijvoorbeeld practica begeleiden als ondersteunend personeel worden aangesteld, terwijl ze wel onderwijstaken vervullen. Een probleem is dat de rijksfinanciering twee jaar achterloopt bij het werkelijke aantal studenten. Dus nu we meer studenten hebben kunnen we niet gelijk meer docenten aanstellen. We willen wel extra juniordocenten inzetten om het onderwijs te intensiveren en de werkdruk te verlichten. De VU heeft landelijk gezien nog steeds een gunstige student-docentverhouding. En een goed evenwicht tussen wetenschappelijk en ondersteunend personeel. Daar blijven we goed op letten.”

Een voordeel is natuurlijk dat het aantal studenten weer groeit.
’25 duizend studenten is een mooi aantal’“Ons doel is het behoud van marktaandeel. We hoeven niet zo nodig te groeien om groter te worden. Zo’n 25 duizend studenten lijkt ons een mooi aantal. Die hadden we in het verleden, maar er is een dip in gekomen. Sinds 2016 gaan we weer de goede kant op. Op de meeste domeinen gaat de instroom goed, ook wat betreft het aantal buitenlandse studenten. Dat is nu zo’n twintig procent van alle VU-studenten. Wat een aandachtspunt is, is een goede verhouding in mixed classrooms. Voor sommige Engelstalige opleidingen hebben we meer buitenlandse studenten nodig om tot een ideale mix te komen. Maar we gaan geen extra buitenlandse studenten werven voor groei op zich.”

De vernieuwing van de campus kost een hoop geld. Kunnen we niet beter meer docenten aanstellen?
“Dat kan je niet zo tegenover elkaar zetten. De vernieuwing van de campus komt ook de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek ten goede. Kijk naar de medische faculteit die nu wordt opgeknapt. Dat ziet er toch een stuk aantrekkelijker uit en bovendien maken we efficiënter gebruik van het aantal vierkante meters. En de vervanging van het Wis- en natuurkundegebouw bleek na lang wikken en wegen gewoon noodzakelijk. Daarin zitten we nu in de laatste fase met een nieuw gebouw op het terrein van de schoolwerktuintjes. We hebben altijd goed naar de financiële kant gekeken. Dat plaatje klopt nog steeds. We zitten binnen de afgesproken financiële kaders, ook wat huisvestingskosten betreft. Voor de komende tijd weten we wat dat betreft waar we aan toe zijn. Wel is de komende jaren een positief saldo nodig om de balans in evenwicht te houden. We willen ook de ruimte hebben om onvoorziene tegenvallers, minder studenten bijvoorbeeld, op te kunnen vangen zonder direct fors te moeten ingrijpen. We streven naar meerjarige begrotingen om scherpe pieken en dalen op te vangen. Daarom gaan we naar het interne verdelingsmodel kijken. Maar verwacht daar niet direct hele grote veranderingen van. Nu al ligt zo’n tachtig procent van de inkomsten van de faculteiten meerjarig vast. En bovendien hebben de faculteitsbesturen zelf een grote vrijheid om te bepalen hoe het geld intern wordt verdeeld. Zij moeten de inhoudelijke keuzes maken wat onderwijs en onderzoek betreft.”

Het jaarverslag is te lezen op de VU-website, inclusief een publieksversie.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.