Universiteiten en hogescholen gaan allemaal hun eigen aanpak kiezen voor onderwijs en onderzoek in tijden van corona. Ze houden zich aan de richtlijnen van de overheid, maar pleiten ook voor maatwerk.
Vanaf 15 juni mogen practica en tentamens in het hoger onderwijs weer op de campus plaatsvinden, als het echt niet online kan. Maar het einde van de beperkingen is nog lang niet zicht. Universiteiten en hogescholen moeten dus bedenken hoe ze het onderwijs weer gaan opstarten, ook met het oog op het komende studiejaar. Vandaag hebben beide sectoren (hbo en wo) hun eigen protocol voor de ‘herstart’ openbaar gemaakt.
Hoe strikt moet je zijn?
Hygiëne speelt een grote rol bij de herstart. Bij alle ingangen komt desinfecterende gel of, waar mogelijk, een wasbak met zeep te staan. Handenwassen is van groot belang, net zoals het schoonmaken van onderwijsruimtes en apparatuur.
Maar hoe strikt moet je zijn, en wat is er mogelijk? Er is ruimte voor instellingen om eigen afwegingen te maken, schrijven de universiteiten en hogescholen. Ze zoeken ook naar maatwerk voor de omgang met medewerkers en studenten uit risicogroepen. Deze mensen (ouderen, longpatiënten enzovoorts) mogen van de campus wegblijven. Zij komen alleen “op basis van vrijwilligheid”.
Ruimere openingstijden
De instellingen zouden ook graag iets ruimere openingstijden hanteren. Om studenten uit de spits te houden, mogen lessen alleen maar starten en eindigen tussen 11 en 15 uur en na 20 uur. Ze mogen dus ook voor 15 uur beginnen en na 20 uur eindigen. Als de instellingen hiervan willen afwijken, moeten ze toestemming krijgen van de vervoersbedrijven en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De hogescholen hebben bedacht dat ze misschien eigen bussen kunnen huren of het gebruik van e-bikes kunnen stimuleren om het openbaar vervoer te ontlasten.
De protocollen van universiteitenvereniging VSNU en de Vereniging Hogescholen dienen als uitgangspunt voor de eigen protocollen van de afzonderlijke instellingen.