“Vanuit juridisch en moreel opzicht móeten we ons bezig houden met het onderzoek naar grensdoden”, stelde hoogleraar migratierecht Thomas Spijkerboer (rechts op de foto) afgelopen maandag op een symposium over grensdoden en mensenrechten. Zulk onderzoek levert volgens hem politieke relevante bevindingen op.
Maar gastspreker staatssecretaris Fred Teeven (links) van veiligheid en justitie vond al die aandacht voor grensdoden lichtelijk overdreven. Losjes schetste hij in een half uur het volledige migratiebeleid – van Ter Apel tot Syrië – en bagatelliseerde daarmee de politieke relevantie van onderzoek naar puur en alleen grensdoden. “Wetenschappers hebben de neiging om te veel te focussen op één onderwerp.”
Verdronken bootvluchtelingen
Grensdoden. Een accurate, maar nogal klinische benaming voor bootvluchtelingen die via waterwegen het vasteland van Europa trachten te bereiken en daarbij omkomen. Niet minder dan driehonderd bootvluchtelingen verdronken bij het Italiaanse eiland Lampedusa in 2013. De media berichtten uitgebreid over de ramp.
Met operatie Mare Nostrum haalden Italiaanse marineschepen in een jaar tijd vervolgens 150.000 vluchtelingen van de Middellandse Zee en sinds 1 november bewaakt het EU-grensagentschap Frontex de grenzen met de opvolger, operatie Triton. Omdat Teeven vanuit Nederland betrokken is bij de operaties, was hij te gast op het symposium.
Eigen verantwoordelijkheid
Erg tevreden bleek Teeven niet over de effecten van Mare Nostrum. “De operatie had een aanzuigende werking: hoe effectiever onze reddingsacties, hoe meer vluchtelingen zich op zee begaven.” Dat was juist niet de bedoeling. De verantwoordelijkheid voor mensen die verdrinken nadat ze besluiten om met “maffiose reisagenten” in zee te gaan, wil hij niet dragen. “Het is niet de verantwoordelijkheid van Europa om hierop te anticiperen.”
Spijkerboer verwonderde zich over dit standpunt. “De laatste jaren is het aantal grensdoden significant toegenomen. Als je zoveel doden ziet, staat het je uit juridisch oogpunt niet vrij om te zeggen: ‘Ach, wat vervelend nou.’ Hardrijders willen we ook niet stimuleren, maar we zetten wel een vangrail neer. We hebben een plicht om grensdoden te onderzoeken.”
Grensdodendatabase
Momenteel wordt er vanuit verschillende hoeken onderzoek verricht naar grensdoden. Zo houdt VU-promovendus Tamara Last een database bij, waarin ze gegevens verzamelt van grensdoden langs de Middellandse Zee. Uiteindelijk wil ze onderzoeken wat het verband is tussen het Europese grensbeleid en grensdoden.
Spijkerboer is weliswaar tevreden met de database, maar hij ziet ook dat er weinig consensus is tussen verschillende landen en organisaties over hoe de gegevens verzameld moeten worden. Er moet volgens hem dan ook van hogerhand actie ondernomen worden, zodat de gegevens gestandaardiseerd worden. “De Raad van Europa zou een observatorium moeten hebben om deze gegevens tot de grond toe uit te zoeken.”
Waardig afscheid
De wil om zich bezig te houden met grensdoden, had voor Spijkerboer zowel juridische als humanitaire gronden. “Als er een vliegtuig ontploft boven de Oekraïne eist de premier op tv dat we onze mensen terug willen, zodat we waardig afscheid kunnen nemen.” Hij liet een steen zien op een grasveld met een nummer erop. “Onder dit nummer ligt iemand begraven die op de Middellandse Zee gestorven is. Waarschijnlijk weet zijn familie niet dat hij daar ligt.”
Menselijke waardigheid is voor hem het meest van belang. Daarom pleitte hij niet alleen voor grondig onderzoek in een observatorium, maar ook voor aanpassing van het grensbewakingsbeleid als onderzoek aantoont dat een ander beleid minder grensdoden oplevert.
Wensdenken
Een observatorium of ander beleid? Geen sprake van, reageerde Teeven. Wetenschappers focussen te veel op één probleem. Grensdoden zijn maar een fractie van het hele migratieprobleem, stelde hij. Hij vond dat vluchtelingen vooral dichtbij hun eigen landsgrens toevlucht moeten vinden. “Met die stelling is de staatssecretaris aan het wensdenken in zijn eigen straatje”, vond Spijkerboer. “Zo gaat hij aan de realiteit voorbij. Voor een onomstootbaar feit – duizenden bootvluchtelingen en drenkelingen – kunnen we onze ogen niet sluiten.”
Maar Teeven sluit zijn ogen niet, hij kijkt de andere kant op. “Ik kijk naar Nederland, waar veel bootvluchtelingen uiteindelijk naartoe willen. Naar de draagkracht van Europa om al deze vluchtelingen op te vangen. Naar reddingsacties waar vluchtelingen en smokkelaars als stroop op af komen. Ik neem alles in ogenschouw, maar vergeet daarbij de Middellandse Zee. Want uiteindelijk maken de mensen zelf de keuze om die oversteek te maken.”
Geen overeenstemming
Leerden wetenschappers en politici nog wat van elkaar deze middag? Wat is de politieke relevantie van academische bevindingen? Teeven en Spijkerboer leken niet nader tot elkaar te komen, laat staan van elkaar te leren. De nadruk die Teeven legde op eigen verantwoordelijkheid van bootvluchtelingen stond lijnrecht tegenover de oproep van Spijkerboer om als Europees orgaan meer invloed uit te oefenen op de situatie van deze vluchtelingen.
Het symposium Grensdoden en Mensenrechten bood dus een podium voor zeer uiteenlopende inzichten. Inzichten met weinig raakvlakken. Maar of we nou links of rechts kijken – er verdrinken nog steeds bootvluchtelingen in de Middellandse Zee.