De ondernemingsraad wil dat de nieuwe fusiefaculteit, waarin Sociale Wetenschappen, Geesteswetenschappen en Religie en Theologie als schools verdergaan onder één bestuur, niet al in januari 2025 van start gaat maar pas in het nieuwe collegejaar, dus per september 2025. Dat liet de OR vorige week weten tijdens een vergadering met het college van bestuur. Ook wil de ondernemingsraad dat de naam van de nieuwe faculteit een verwijzing naar Religie en Theologie zal bevatten. Het plan is vooralsnog om de nieuwe faculteit ‘Social Science and Humanities’ te noemen.
“Vaak blijkt bij dergelijke reorganisaties dat er meer hobbels te nemen zijn dan was voorzien”, zei een OR-lid als verklaring voor het uitstel. Het CvB leek na anderhalf jaar gemarchandeer over de nieuwe faculteit niet bereid tot verdere vertraging vanwege allerlei bestuurstechnische aspecten zoals hoe de decentrale medezeggenschap binnen de faculteit geregeld wordt en de aanpassing van het bestuursreglement, enzovoort. Rector Jeroen Geurts, die zei de kritische vragen van de OR goed te begrijpen, wilde weten waar de OR eigenlijk nog bang voor was.
Gijzeling
Het bleek dat de OR, die het CvB een document met veel vragen en opmerkingen gestuurd heeft die Ad Valvas niet mag inzien, bang is dat bij de realisatie van de fusie allerlei dingen geregeld worden waarbij de medezeggenschap niet betrokken wordt. Het ging niet om de fusie zelf, maar om hoe die fusie vorm krijgt, aldus een OR-lid. Het kwam erop neer dat de OR twee keer om advies zou worden gevraagd, namelijk als er met de fusie gestart wordt in januari, en nog eens bij de implementatie van de nieuwe faculteit.
Dat werd CvB-lid Marcel Nollen te gortig. “Ik word even kritisch, dan mag Jeroen het straks weer goedmaken”, zei hij. Good cop, bad cop dus, met Nollen als de bad cop. Wat de OR wilde, betekende volgens hem dat de OR na de start van het fusieproces de implementatie nog kon tegenhouden. Ook viel een opmerking van een OR-lid over het aangepaste bestuursreglement bij hem verkeerd. De OR en de universitaire studentenraad hebben instemmingsrecht op de wijziging van het bestuursreglement en de OR heeft adviesrecht op de fusie, omdat het een belangrijke organisatiewijziging betreft. Het OR-lid zei iets over de volgorde daarvan en Nollen vatte de opmerking van het OR-lid op als een “gijzeling”, alsof de OR dreigde niet met dat reglement in te stemmen als het CvB niet instemde met het advies ten aanzien van de fusie.
Misverstand
Dat bleek een misverstand, het was gewoon een opmerking van procedurele aard geweest van dat OR-lid. Maar er bleek wel uit dat er wat irritatie was ontstaan. Het CvB wil door en ziet de OR als een dwarsligger. “Maar op deze manier blijven de betrokken medewerkers van de faculteiten in onzekerheid”, zei Nollen. “Dit is niet goed voor de mensen, als ze zo lang in niemandsland blijven leven. Ze willen duidelijkheid.”
Na wat heen en weer gepraat en twee schorsingen kwamen ze er toch uit. De nieuwe fusiefaculteit wordt per 1 januari een feit en bij de regeling van de details wordt de decentrale medezeggenschap betrokken, dus de medezeggenschapsorganen van de faculteiten zelf.
Religiestress
Maar voor de naamgeving zoals die nu is heeft de VU goede redenen, legde Geurts uit. Religie en Theologie wordt uit de naam gehouden omdat medewerkers van de twee fusiepartners “religiestress” hebben. Het komt erop neer dat er mensen zijn die theologie geen echte wetenschap vinden en er dus niet mee willen worden geassocieerd of, zoals Geurts het formuleerde: “die het ingewikkeld vinden om in een faculteit te werken die theologie in de naam heeft.”
Religie en Theologie blijft een buitenbeentje in de nieuwe faculteit. Het wordt een school met een bijzondere status binnen de fusiefaculteit, met aan het hoofd een wetenschapsdirecteur die autonoom contacten onderhoudt met de buitenwereld en met de negen verbonden seminaries, en verder met een eigen graduate school. Zo houdt Religie en Theologie een eigen, herkenbaar smoel, nodig om de samenwerkingspartners, zoals de seminaries, binnenboord te houden en serieus genomen te worden in de theologische wereld.