Geluidsoverlast, weinig bordruimte, glazen wandjes tussen lokalen. Hoogleraar André Ran was niet de enige die klaagde dat de architecten van het NU-gebouw te weinig hebben gedacht aan de gebruikers.
In oktober 2019 werd André Ran, hoogleraar wiskunde, samen met enkele andere docenten door de Facilitaire Campus Organisatie (FCO) uitgenodigd voor een rondleiding door het toen bijna opgeleverde gebouw. “Dat was ook wel bedoeld als meedenksessie, maar ik denk dat ze schrokken van de hoeveelheid opmerkingen die we hadden.”
Muren te dun voor krijtborden
Zo hingen er whiteboards “van postzegelformaat” die niet naar boven of beneden geschoven konden worden. Een ergonomische ramp, vond Ran, “en veel te weinig ruimte voor het schrijfonderwijs waar wiskunde onder valt.” In plaats van krijtborden hangt er nu in veel collegezalen whiteboardfolie over de volle breedte van de muur. “Maar dat spiegelt zo erg dat iemand op de eerste rij vooral ziet wat er buiten gebeurt.” Toen Ran opperde om toch krijtborden op te hangen, werd hem verteld dat de muren daar te dun voor waren. Volgens FCO is er voor dat soort wanden gekozen omdat ze demontabel zijn en de collegezalen nog aangepast kunnen worden afhankelijk van de ruimtebehoefte.
Geitende studenten
Maar die dunne wandjes veroorzaakten ook geluidsoverlast van de aangrenzende zalen. Ran: “Het viel ons op dat we duidelijk hoorden wat er op de gang gebeurde. Je moet het geluidsniveau van geitende studenten niet onderschatten.” De rest van de muren is gemaakt van glas. “Dat leidt ontzettend af, je kijkt zo bij elkaar naar binnen.”
Inmiddels ondervindt Ran minder geluidsoverlast, en volgens een FCO-woordvoerder zijn de zalen sinds de klachten dan ook grondig aangepakt. Zo zijn de valdorpels onder de deuren afgesteld, zodat er minder geluid onderdoor komt, het luchtrooster is voorzien van een extra kap om geluid te dempen en de de kieren zijn met kit gedicht. Een rondgang door het NU-gebouw leert ook dat hier en daar rolgordijntjes zijn opgehangen en de glazen wanden deels zijn afgedekt met kleine rondjes stickerfolie.
Ook zijn er op verzoek verrijdbare krijtborden bijgekomen. Ran: “Maar in de grote amfitheaterzalen van het gebouw is dat soort krijtborden weer te klein. Bij de invulling van die theaterzalen worden docenten volgens Ran nu wel eerder betrokken bij het kijken naar de mogelijkheden. Het is nu ook voor het eerst sinds de lockdown dat het gebouw weer volledig voor onderwijs wordt gebruikt, dus FCO houdt naar eigen zeggen een vinger aan de pols.
Plaatje en praatje
Of er toch iets positiefs te noemen is aan het Nieuwe Universiteitsgebouw? Ran: “Dat er nog geen muizen zijn. En de zalen hebben goede voorzieningen voor het delen van een computerscherm. Dat laat ook zien op wat voor soort onderwijs ze hebben geanticipeerd: een plaatje en een praatje. Het lijkt erop dat ze dachten dat iedereen wel met powerpoint werkt tijdens hun college. Je kunt als docent ook al op je iPad schrijven, dat zien de studenten dan op een scherm.” FCO start in november inderdaad met een werkgroep die in de grotere zalen een pilot gaat doen met digitaal schrijven.
Ran: “Hoe dat gaat werken, weet ik niet. Met slides kun je makkelijk te snel gaan met je verhaal. Het schrijven op een bord dicteert een goed tempo voor de studenten om mee te kunnen denken. In mijn tijd heb ik alles zien komen en gaan: tapedecks, overheadprojectoren, cd- en dvd-spelers. En het enige dat door al die jaren heen functioneel is gebleven is een bord met een krijtje.”