Vasvu-student Obbay Salloum (21) komt uit Homs, een van de eerste steden in Syrië waar zwaar gevochten is tussen het regeringsleger en de opstandelingen. Toen de oorlog al een poosje aan de gang was, zat Salloum thuis met zijn broer te kaarten, want veel anders was er vanwege het gebrek aan elektriciteit niet te doen, toen er een bom insloeg in de woonkamer. “Ik hoorde mijn vader schreeuwen: Leven jullie nog? Waar zijn jullie?! Zijn jullie oké?!”
Drie dagen heeft hij met zijn broer en zijn ouders in de kelder van hun flatgebouw gezeten, daarna zijn ze vertrokken naar een naburige stad, Mashta al-Helo. Na twee maanden keerden ze weer terug in Homs, waar ze bij zijn opa gingen wonen. “Ik heb toen mijn eindexamen gedaan en het eerste jaar conservatorium, want ik heb bijna mijn hele leven piano gespeeld.”
Het ging goed. Salloum was de beste van zijn jaar en hij richtte met een aantal vrienden een band op, Hope Melody, die traditionele, oriëntaalse muziek speelde op westers-klassieke manier. Ze traden op en hadden succes. “Een geweldige tijd”, zegt Salloum.
Maar toen kwam een van zijn vrienden om bij een bomaanslag. Er werd weer hevig gevochten en korte tijd later werd er nog een vriend van hem doodgeschoten.
Hij is even stil. “Vind je het goed als we het daar verder niet meer over hebben?” vraagt hij.
Hij besloot te vluchten. “Ik dacht: ik wil hier niet blijven en constant bang zijn, ik wil niet dood, ik wil mijn dromen najagen”, aldus Salloum. Met geld dat hij van familie in Europa leende, vertrok hij eerst met de bus naar Libanon. Vandaar ging hij naar Turkije. Vanuit Turkije wist hij Nederland te bereiken.
Gestampte aardappelen
Zijn broer en zijn ouders bleven achter. “Het was erg verdrietig, ik mis ze vreselijk”, zegt Salloum. Ze zijn nog steeds in Homs, al zouden ze liever ook naar Europa komen. Maar Salloum wil er niet veel over kwijt, bang dat hij ze in gevaar brengt. In Nederland arriveerde hij samen met een tante en haar zoon.
Eerst zaten ze een poos in een azc, opvangcentrum voor asielzoekers. Hij maakte er kennis met de verfijnde Nederlandse keuken. “Heel vaak aten we die gestampte aardappelen met groente erdoorheen, stamppot inderdaad. Dat brachten we enigszins op smaak met specerijen die we her en der verzamelden. Veel zwarte peper. Sorry, Nederland is een geweldig land en jullie hebben heel veel goede dingen, maar jullie eten is daar niet één van. Dat zou meer kruiden kunnen gebruiken.”
Nou ja, over hagelslag is hij wel te spreken. Niet over het woord, dat dan weer niet. “Dat is een onmogelijk uit te spreken rotwoord!”
In het Concertgebouw
In het azc trof Salloum twee vrienden van het conservatorium in Homs. Een van hen speelt de Arabische luit, de ander klarinet. Ze besloten een trio te vormen: Addonia. Naast het azc was een kerk, waar vrijwilligers lessen Nederlands gaven aan vluchtelingen. Een van die vrijwilligers was klarinettist-pianist Hanka Clout, en via haar kwam het trio terecht in het Amsterdamse Concertgebouw, waar het een optreden gaf. Dat bleef niet onopgemerkt en korte tijd later stond Salloum met zijn vrienden te spelen in het tv-programma van Paul de Leeuw, samen met Willeke Alberti.
“Geweldig toch?” zegt hij. “Mijn familie is ontzettend trots op me. Je hebt het daar gemaakt! zeggen ze. Op televisie en alles. De telefoon ging de hele tijd, we kregen allerlei verzoeken om op te treden, zelfs van het Nederlands Blazers Ensemble, waarmee we op tournee zijn geweest.”
Lees de rest van Obbays indrukwekkende relaas in de nieuwe Advalvas.