Na een negatief advies van de ondernemingsraad en uitstel van de plannen is het zover. Per 1 januari gaat de reorganisatie Studentgerichte ondersteuning van start.
“Er zijn enkele wijzigingen ten opzichte van het vastgestelde reorganisatieplan”, zegt Erna Klein Ikkink, directeur van de dienst Student- en Onderwijszaken. Zo komt er geen centraal examenbureau voor de hele universiteit. “De voorzieningen daarvoor zijn niet tijdig gereed.” “Daar hadden we al voor gewaarschuwd”, zegt OR-lid Trudie van Kampen. “Dit is niet de schuld van IT, het plan was in anderhalf jaar niet uitvoerbaar.
Goedkoper
Van Kampen verwacht dat enkele taken die nu gecentraliseerd zijn, weer terug naar de faculteiten gaan. “Als je goedkoper wilt werken, moet je er eerst voor zorgen dat de faculteiten op één lijn zitten. Dan kun je daar vervolgens een passend centraal systeem bij zoeken. En niet eerst een proces inzetten en dan verwachten dat iedereen zich aanpast.” Van Kampen is bang dat dit daarom niet de laatste versie van de reorganisatie is.
“We zijn 1 januari 2016 nog niet klaar”, zegt Klein Ikkink. “Het blijft de komende jaren belangrijk om te werken aan moderne dienstverlening aan studenten. En hoe je dat zo klantvriendelijk en goedkoop mogelijk kunt uitvoeren.” Van Kampen blijft bezorgd over het verloop van de plannen. “Dit domein is heel belangrijk voor studenten. Daarin mag niets misgaan.” Volgens Klein Ikkink zijn er al flink wat veranderingen doorgevoerd zonder dat er massale klachten zijn gekomen. “Het loopt goed.”
Bijstellingen
Van Kampen is wel tevreden over het feit dat de roosteraars uit de reorganisatie gehaald zijn. En dat er banen gespaard worden. Zowel bij de onderwijsbureaus als bij de studieadviseurs. In overleg met de faculteiten is de norm voor het onderwijsbureau opgehoogd met anderhalve fte. Ze is tevreden dat het bestuur hierin flexibel bleek. “Het college heeft altijd gezegd dat als het noodzakelijk was, er een bijstelling kon komen. Het aantal ontslagbedreigden is sowieso minder dan verwacht. In het eerste concept-plan ging het nog om 41 ontslagbedreigden. Door bijstellingen, vertrekkende personeelsleden en vacatures is dat cijfer inmiddels flink omlaaggegaan. “We zitten nu middenin het proces waarbij we kijken of er ander werk voor ontslagbedreigde mensen is. Maar het zijn er nu minder dan twintig.”