Een hoogbegaafde, dyslectische student is vorig jaar afgewezen bij de bachelor criminologie op basis van zijn eindexamencijfers. Onterecht, zo oordeelt het College voor de Rechten van de Mens.
Veertiende werd hij bij de toelatingstest. Van meer dan vijfhonderd kandidaten. Toch mocht rechtenstudent Anton Jasper (22) vorig jaar niet beginnen aan zijn bachelor criminologie. Dit omdat de VU ook zijn eindexamencijfers meeweegt en die waren niet zo goed. “Op basis van het gemiddelde van de toelatingstoets en mijn examencijfers was ik ineens 253ste”, vertelt Jasper.
Jasper heeft ernstige dyslexie en is hoogbegaafd. En door die combinatie heeft hij een bijzondere schoolcarrière achter de rug: op de basisschool werden zijn bijzondere eigenschappen niet gezien, waardoor hij een vmbo-advies kreeg. Op het vmbo liep hij vast. Daarna zat hij een jaar thuis. “Mijn dyslexie verborg mijn hoogbegaafdheid en mijn hoogbegaafdheid verborg mijn dyslexie”, zegt hij daarover.
‘Mijn dyslexie verborg mijn hoogbegaafdheid en mijn hoogbegaafdheid verborg mijn dyslexie’
Na een intelligentieonderzoek en een zoektocht langs talloze vwo-scholen die het niet aandurfden, vond hij uiteindelijk een school waar hij de laatste drie jaar van het vwo in twee jaar mocht doen. Zijn eerdere schooluitval en zijn start op het vmbo leverden Jasper wel een kennisachterstand op. Zijn eindexamencijfers waren daarom benedengemiddeld.
Fout systeem
Op de VU begon Jasper in 2019 aan een rechtenstudie. Begin 2020 deed hij mee aan de toelatingsprocedure voor de bachelor criminologie. Daar zijn elk jaar 130 plaatsen en er doen ruim 500 aspirant-studenten mee aan de toelatingsprocedure.
“Ik had het gevoel dat ik de test wel goed had gemaakt”, zegt Jasper. “En dat bleek te kloppen. Dus ik was verbaasd dat ik niet was toegelaten.” Als blijkt dat zijn eindexamencijfers net zo zwaar wegen als de toelatingstest, tekent Jasper bezwaar aan bij de toelatingscommissie. Maar dat wordt niet erkend. De motivatie van de toelatingscommissie voor dit besluit gaat nauwelijks in op Jaspers’ bijzondere omstandigheden.
Afgelopen mei ging hij daarom naar het College voor de Rechten van de Mens. “Ik had het gevoel dat hier iets fout is met het systeem. Als iedereen met een belaste achtergrond minder kans maakt om toegelaten te worden tot een studie als criminologie, is dat onrechtvaardig.”
Hoogbegaafdheid als handicap
Het College deed vorige week uitspraak en geeft Jasper gelijk. Door haar weigering om rekening te houden met de achtergrond van Jasper maakt de VU onterecht onderscheid op grond van een handicap of chronische ziekte, luidt het oordeel.
Bijzonder is dat het mensenrechtencollege in haar uitspraak dus van mening is dat hoogbegaafdheid en dyslexie handicaps zijn. In een andere zaak waarin een groep ouders van hoogbegaafde kinderen (die zijn vastgelopen in het onderwijs) het mensenrechtencollege vraagt om hoogbegaafdheid generiek te erkennen als handicap, is nog geen uitspraak. In de zaak van Jasper lijkt het mensenrechtencollege daarop vooruit te lopen.
De VU laat in een reactie weten dat ze tijd nodig heeft om het oordeel van het mensenrechtencollege te bestuderen en te bekijken hoe ze recht kan doen aan het oordeel.
Jasper weet nog niet wat hij gaat doen als de VU haar besluit zou terugdraaien en hem alsnog zou toelaten, maar hij wil wel erg graag weten of de VU haar toelatingsbeleid gaat aanpassen. “Over een paar dagen wordt een nieuwe lichting studenten geselecteerd. Het lijkt mij niet verantwoord om discriminerend gedrag in stand te houden.”