Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 juli 2024

Campus
& Cultuur

Lachen om jezelf als zinloze consument

Je kan blijer worden als je genoegen neemt met minder luxe en prestige in het leven. Dat is de boodschap van het boek De luxe van genoeg, dat VU-wetenschapper Martin van der Gaag samen met zijn oud-studiegenoot Thomas Volman schreef. Van der Gaag (44) legt uit hoe hij dat zelf heeft gedaan.

Waarom heb je dit boek geschreven?

“De afgelopen jaren heb ik me veel met het onderwerp ‘meer met minder’ bezig gehouden en er veel over gelezen. Veel literatuur over de consumptiemaatschappij, klimaatveranderingen en dergelijke vind ik nogal zwaar op de hand, theoretisch en met veel verwijtende vingertjes. Maar ik wilde wel iets doen met mijn opgedane kennis en inzichten. Daarom heb ik het geprobeerd op een luchtige manier op te schrijven met tips wat je er zelf aan kan doen. Elk hoofdstuk eindigt met een aantal praktische vragen aan jezelf. Het is met een kwinkslag geschreven. Je kunt best lachen om jezelf als zinloze consument.”

Wat spreekt je aan in ‘consuminderen’?

“De paradox dat we in een rijk land leven waar heel veel mogelijk is, maar nogal wat mensen zich niet echt vrij en blij voelen. Want ze moeten zo veel. Mensen worden meegezogen in de trend van meer, meer, meer. Carrière maken, groter huis, gelukkiger gezin, sensatie zoeken, mooie spulletjes hebben, meedoen met nieuwe trends. Veel mensen zijn bang dat ze niet genoeg voorstellen in deze samenleving of van alles mislopen. Ook in een rijk land kan het leven aanvoelen als een gevangenis.’’

Hoe ben je zelf bij dit onderwerp betrokken geraakt?

“Eigenlijk toen ik negen jaar geleden promoveerde als socioloog. Enerzijds gaf dat het gevoel van iets bereikt te hebben na dertig jaar leren en studeren. Maar ik stond ook voor de vraag wat ik verder wilde in het leven. Het is moeilijk om een baan in de wetenschap te krijgen. En als je er al een vindt, word je meegezogen in de ratrace naar de top, die veel onnodige stress als bijproduct kent. Toen wilde ik kijken of ik ook andere dingen kon doen en vooral op een andere manier. Ik doe nu vooral wat ik leuk vind. En, belangrijker, ik voel me vrij – en ik heb meestal tijd voor anderen.”

Een belangrijk begrip in je boek is ‘affluenza’. Wat bedoel je daarmee?

“Het is de welvaartsgriep. Het gevoel van veel mensen dat ze iets moeten bereiken wat ze nog niet hebben. Meer presteren, meer voorstellen, meer bezitten, terwijl je eigenlijk al van alles hebt. Eten, onderdak, vrienden. Mensen voelen zich vaak ook ongelukkig omdat er zoveel keuzemogelijkheden zijn dat ze er gek van worden. Dat geeft een gevoel van onbehagen ondanks dat je gezond en redelijk rijk bent.

De belangrijkste dingen heb je al, maar toch is er dat ongelukkige gevoel dat je iets mist. Zelfs in hun vrije tijd willen ze nog presteren en zo veel mogelijk doen. Niet hardlopen omdat het leuk is, maar gelijk gaan trainen voor de marathon. En voor de sport schaffen ze een fiets aan van een paar duizend euro, terwijl het met een eenvoudig ding ook prima gaat. Dat is affluenza.”

Volgens onderzoek zijn Nederlanders redelijk gelukkige mensen. Bestaat er wel zo’n breed onbehagen?

“Het is geen heel zwaar onbehagen, maar veel mensen herkennen het wel als je er met hen over spreekt. Ze doen onbewust mee met het consumeren omdat iedereen dat nu eenmaal doet. Maar als je vraagt waarom ze na tien jaar een nieuw bankstel nodig hebben, herkennen ze die vraag. Ja waarom eigenlijk? Wat een onzin!”

Je hebt makkelijk praten. Er zijn heel wat mensen die helemaal geen geld hebben om telkens maar nieuwe spulletjes te kopen. Armoede bestaat!

“Dat is waar. Mensen met weinig geld hebben het júist zwaar omdat ze worden meegesleept in het systeem. ‘De buren hebben wel een nieuwe televisie en wij niet.’ Dat maakt ook ongelukkig. Mensen spiegelen zich aan anderen. Als jouw collega’s meer verdienen dan jij, ben je niet blij.

Affluenza ontstaat omdat allerlei materiële en prestatieverwachtingen hoog worden opgeklopt. Meer en beter schijnt erg te moeten. Als je daar niet aan mee kan doen, voel je je heel erg minderwaardig.”

Een ander kernbegrip is ‘horizonleven’. Leg uit!

Daar bedoel ik mee dat mensen alles wat ze nudoen voornamelijk doen voor iets wat later plaats zal vinden en niet om nu prettig te leven. Hard studeren om een goede baan te vinden, veel werken om je hypotheek te kunnen betalen, sparen voor het pensioen later. Maar dat ‘later’ ligt steeds voor je, achter de horizon.

Mensen genieten weinig van het hier en nu, waar je leven allemaal in het echt gebeurt, en zijn een gevangene van hun toekomstdroom. Natuurlijk is er niks op tegen om te sparen voor later en plannen te hebben. Maar vergeet vooral niet om vandaag te leven!”

Hoe ben jij uit die spiraal gestapt?

“Ik ben zo zuinig mogelijk gaan leven. Je kunt heel makkelijk geld besparen als je er op let, zonder dat je veel hoeft te missen. Toen mijn televisie een paar jaar geleden stuk ging heb ik geen nieuwe gekocht en dat bevalt me prima. Ik werk twee dagen in de week in loondienst bij een universiteit en een hogeschool. Daarnaast doe ik freelance presentatie- en advieswerk.

Ik schrijf artikelen voor onder meer het tijdschrift Genoeg, geef voorlichting over de houdbaarheidsdatum van voedingsproducten in buurthuizen en zit lekker aan oude fietsen te prutsen. Dat vind ik allemaal leuk en heb er ook tijd voor. Als ik een voltijds wetenschappelijke carrière had gekozen was ik in een veel eendimensionaler leven beland vol stress.’’

Je benadrukt erg dat je zelf je leven kunt veranderen. Maar zijn we geen gevangene van het systeem?

“Mijn stelling is dat je zelf de helft van de oplossing bent. Ik ben in het boek expres niet op het sociaal-economisch systeem ingegaan. Daar kan je in je eentje tenslotte weinig aan veranderen. Wat wel heel belangrijk is, is dat je goed om je heen kijkt en mensen met dezelfde wensen en ideeën opzoekt. Dan kan je elkaar verder helpen en een nieuw, minder materialistisch verwachtingspatroon opbouwen.

Je ziet ook van alles gebeuren op dit terrein in de samenleving. Overbodige spullen verkopen, moestuinieren, delen met je buren, repair-café’s, sociale ontmoetingsplekken voor freelancers, ruilbeurzen voor kinderkleren. Noem maar op. De huidige jonge generatie staat open voor veranderingen.

Mijn ouders zijn vlak na de oorlog volwassen geworden. Die waren blij uit de armoede te komen die hun ouders nog hadden meegemaakt. Dus het was geweldig een eigen huis te kopen, een auto te hebben en in het buitenland op vakantie te kunnen gaan.

Voor veel jongeren van nu zijn die dingen vanzelfsprekend. Daardoor ontstaat er ruimte om aan andere dingen te denken. Heb ik wel zelf een auto nodig als ik die ook kan lenen of huren? Ik zie best veel gebeuren om me heen waar ik optimistisch van word.’’

Al je hoofdstukken beginnen met de titel van een Nederlands liedje. Waarom?

“Muziek is belangrijk voor mij. Toen ik jong was gaf ik bijna al mijn geld uit aan het kopen van platen. Ik begin de dag nog steeds met het opzetten van een cd’tje. Muziek is gewoon om van te genieten. Maar in liedteksten zitten natuurlijk ook verwijzingen naar dingen die spelen in de samenleving en wat mensen bezig houdt. ‘Is dit alles?’ van Doe Maar is toch een prima vraag die we onszelf en elkaar regelmatig moeten stellen?”

Martin van der Gaag & Thomas Volman

De luxe van genoeg
Minder moeten en je leven vereenvoudigen

Forte uitgevers

€ 16,95

 

 

 

 

 

Geïnspireerd geraakt om minder te doen? Lees ook het zomernummer van Advalvas ‘En nu even niets‘.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.