Niemand minder dan Wouter Bos, oud-vicepremier en nu voorzitter van de raad van bestuur van VUmc kwam woensdag 27 augustus honderden eerstejaars vertellen over netwerken. Do’s en don’ts aan de hand van zijn eigen loopbaan.
Hij heeft ze wel gezien toen hij PvdA-politicus was: de mensen die alle leuke baantjes in leuke commissies krijgen zonder echt ergens in uit te blinken. “Wat die mensen deden: in vergaderingen laat binnenkomen en voor het einde weer vertrekken”, vertelt hij in het Engels. “Ze garandeerden daarmee dat iedereen hen zag en dacht: wie is dat toch? En: die zal het wel héél druk hebben.” Ook viel op dat deze mensen altijd plaatsvervangend voorzitter waren van commissies: “Ze hadden meer status dan een gewoon lid, maar hoefden niet veel te doen.”
Beetje beledigd
Toen hij het verzoek kreeg te komen vertellen hoe hij zijn loopbaan heeft vormgegeven door te netwerken, was hij een beetje beledigd. “Waarom denken mensen dat het mijn netwerk was? Waarom denken ze niet dat ik heel slim was?”
Veel carrièrestappen van Bos (1963) kwamen voort uit hard werken, discipline, competentie en vooral veel geluk, zegt hij. “Op geluk heb je geen invloed, wel moet je zelf de kansen grijpen die voorbij komen. En inderdaad, ook netwerken speelt een rol: “Toen ik voor Shell in Hongkong zat, werd ik gebeld door een jongen van de PvdA die nieuw politiek talent zocht met ervaring in het bedrijfsleven. Dat hij aan mij dacht, komt door netwerken. Ook het verzoek bij VUmc te komen toen ik als consultant in de zorg werkte, kwam uit mijn netwerk. De juiste mensen kennen kán belangrijk zijn, maar zij moeten dan ook weten dat het met jou goed samenwerken is.”
Tip 1: verzin een goed verhaal
Eerst studeerde de VU-alumnus politicologie, na een jaar ook economie. “Je zou kunnen zeggen dat ik politicologie alleen niet uitdagend genoeg vond, en dat ligt dicht bij de waarheid, maar wat ik altijd aan mensen vertel is dit: ik ging politicologie studeren omdat ik de wereld wou veranderen, en daarna economie omdat ik wou weten hoeveel dat zou kosten. Dat is niet helemaal eerlijk, maar wel een goed verhaal. Dat is mijn eerste tip: verzin een goed verhaal als je het ver wilt schoppen.”
Tip 2: beveel elkaar aan
Toen Bos na zijn studie bij Shell ging werken, was het als recruiter zijn taak de juiste mensen op de juiste plek te krijgen en te behouden. “Ik werd meteen op cursus gestuurd en kreeg daar een gouden tip. Steek eens handen op: wie wil die gouden tip hebben?” Eén jongen steekt zijn hand op. “Ook een meisje graag.” Nathan en Rosa. “Nathan, vraag jij nou aan iedereen die je spreekt of ze Rosa kennen, want die is zo goed. En Rosa, jij beveelt Nathan aan. Doe dat consequent twintig jaar lang en jullie halen de top.”
Bos wil maar zeggen: reputatie en imago bestaan en zijn essentieel. Het is fijn om goed te zijn, maar als niemand het weet, kom je niet ver. Waarbij hij dan weer aantekent dat het allemaal relatief is: “Toen ik voor Shell naar China ging, leerde ik dat alles wat in Europa wordt aangeprezen om ver te komen, in China heel anders wordt ervaren. In Engeland zeggen ze: ‘The early bird catches the worms.’ In China: ‘The early bird gets shot.’ Anders zijn wordt daar niet gewaardeerd.”
Old boys network leidde tot bankencrisis in 2008
Toen met het faillissement van de Amerikaanse bank Lehman Brothers in 2008 de bankencrisis begon, Bos was toen Minister van Financiën, zei Eurocommissaris Neelie Kroes: “Als het Lehman Sisters was geweest, hadden we die crisis niet gehad.” Bos: “Ik geloofde dat niet, maar ik geloof wel in de boodschap achter Kroes’ woorden: te veel old boys network zonder frisse wind, waarin iedereen elkaar naar de mond praat, is fataal. Er is een risico aan netwerken. Als je steeds in hetzelfde kringetje vrienden verkeert, mis je vernieuwing.”
‘Uiteindelijk gaat het om kwaliteit’
“Veel nummers in je iPhone, niet langs de secretaresse hoeven als je iets met een topbaas wilt regelen, het kan handig zijn. Als we bij VUmc een conflict met een verzekeraar hebben, is het handig dat ik meteen de baas kan bellen. Maar netwerken is nooit alles. Toen ik recruiter was, gebruikten we de HAIR-criteria om in te schatten hoe ver iemand het in 30 jaar zou schoppen: Helicopter view, Analysis, Imagination, Reality. Al met al denk ik dat het erom gaat dat je competent bent, weet waarom je iets wilt en dat laat zien. De lange lijst in je iPhone moet allemaal mensen bevatten die graag met je werken, die je aardig vinden en die zich door je laten motiveren.”