Stel, ik ben tien jaar en ken een razendgoede mop. Mag ik dan ook bellen of chatten met De Kindertelefoon?
“Zeker weten. Ik word vaak aan het lachen gemaakt. Soms bellen kinderen omdat ze ons voor de gek willen houden, dan doen ze bijvoorbeeld alsof ze eten bestellen. Negen van de tien keer schieten ze zelf al heel hard in de lach. Dat soort momenten breekt je dienst. De Kindertelefoon is ook voor het luchtige bedoeld: kinderen bellen om gewoon even te kletsen over niks, of om te vragen hoe het met mij gaat.”
Meer info op kindertelefoon.nl
Daarnaast is het een plek voor zwaardere gesprekken. Hoe beleef jij dat?
“Sommige gesprekken blijven me wel bij, het kan ingrijpend zijn. Ik probeer het niet mee naar te huis nemen en er niet veel over te blijven nadenken. Vooral over zaken als ziektes, moeilijke thuissituaties en depressies wil je niet gaan malen. Laatst belde een kind met zelfmoordgedachten. We hebben gepraat en aan het eind van het gesprek benoemde ze dat het zo fijn had gevonden.”
“Daar doe ik het voor, dan kan ik met een tevreden gevoel het gesprek afsluiten. Het is me gelukkig nog nooit gebeurd, maar eventueel kunnen we ook in een driehoeksgesprek treden met Veilig Thuis of 113. Let wel: alleen als een kind daar behoefte aan heeft en toestemming voor geeft.”
Hoe ben je voorbereid op het praten over dat soort onderwerpen?
“Iedereen die bij De Kindertelefoon aan de slag gaat, volgt een achtweekse training. Voor mij was dat wegens corona via Teams. Vanuit mijn studie kende ik de technieken voor gespreksvoering al, maar het was fijn om ze nu ook toe te passen – onder meer in rollenspellen. Elke week behandelden we een ander thema: lichte gesprekken, zware gesprekken, de technische kant. Daarna heb ik diensten meegeluisterd met ervaren collega’s en vervolgens heeft mijn mentor een aantal keer met mij meegeluisterd. Je wordt dus goed voorbereid.”
Telefonisch of via chat je verhaal vertellen kan best spannend zijn. Hoe zorg je dat kinderen dit toch durven?
“Ik ben getraind in het stellen van de juiste vragen. We zorgen dat een kind zich welkom voelt en dat er een veilige sfeer is. Dit kan bijvoorbeeld door een complimentje te geven: wat goed dat je belt! Ik stel zoveel mogelijk open vragen. Toch lukt het soms ook niet. Dan benoem ik dat ik het zelf ook lastig vind en vraag ik of ze misschien een andere keer willen terugbellen of chatten. We laten kinderen altijd in hun eigen kracht en zeggen dat het oké is als ze iets niet willen vertellen.”
Hoe ziet een dienst eruit? Werk je vanuit huis, heb je contact met collega-Kindertelefoners?
“We kunnen gelukkig op Kindertelefoon-locaties werken. Daar zit je met een aantal vrijwilligers tegelijk. Dat vind ik fijn, want je leert elkaar kennen en kunt tussendoor bijpraten. Soms over een lastig gesprek, soms over koetjes en kalfjes. De sfeer is heel leuk, we helpen elkaar met alles. De regel is dat je nooit alleen op kantoor mag zitten. Als je de laatste shift hebt en het gesprek van een collega loopt uit, dan wacht je dus op elkaar.”
Je studeert psychologie. Wil je je specialiseren in het werken met kinderen?
“Een van de redenen dat ik bij De Kindertelefoon aan de slag ben gegaan, is dat ik erachter hoopte te komen of ik met kinderen wil werken. Daar ben ik nog steeds niet helemaal over uit. Voor nu ben ik blij dat ik iets kan betekenen voor de maatschappij en daarnaast ervaring opdoe die aansluit bij mijn studie. Zoals het ernaar uitziet, blijf ik na mijn studie in elk geval voor De Kindertelefoon werken.”