Het jonge meisje Bettie probeert erachter te komen wie haar verdwenen moeder Zwaantje precies was. Maar haar vader, broer, tante en een vroegere collega die ze ernaar vraagt, hebben elk hun eigen versie van Zwaantje, waaruit vier compleet verschillende vrouwen naar voren komen. Dat gebeurt allemaal in Zwanendrifters, het debuut van Ad Valvas-illustrator Dido Drachman.
Het doet sterk denken aan de beroemde Japanse film Rashomon van Kurosawa Akira, waarin drie getuigen elk een totaal ander verhaal vertellen over dezelfde moord, en dat is geen toeval, zegt Drachman. Ze houdt van Kurosawa’s films en heeft Rashomon bewust als inspiratiebron gebruikt.
‘Ik wil het onveilige gevoel overbrengen van een kind dat omringd is door onbetrouwbare volwassenen’
“Bettie is voor de beeldvorming van haar moeder afhankelijk van de volwassenen om haar heen, maar die vertellen allemaal totaal iets anders”, vertelt Drachman. “Ik wil daarmee het onveilige gevoel overbrengen van een kind dat omringd is door onbetrouwbare volwassenen.”
Bettie woont in een bungalowpark in het Veluwse dorp Garderen met haar alcoholische vader en haar delinquente broer, een nogal kille bedoening. Beiden hebben haar lange tijd in de waan gelaten dat haar moeder dood is. Maar op een dag vindt ze een oude videoband waarop haar moeder in een spelshow op televisie te zien is. Bettie ontdekt dat haar moeder nog leeft en probeert uit te vinden wat er precies is gebeurd.
“Het is geen autobiografisch verhaal”, beweert Drachman. “Ik ben zelf als enig kind opgegroeid bij mijn vader en moeder in Amsterdam en ik ben van Indonesische afkomst. Voor dit verhaal heb ik een situatie gekozen die ver van mij afstaat. Bettie komt uit een oer-Hollands, wit gezin in de provincie en haar ouders zijn gescheiden. Maar het gevoel van eenzaamheid en isolatie dat zij ervaart, dat ken ik zelf ook wel. Ik denk dat iedereen dat als kind wel heeft gehad.”
Authentieke Veluwse sfeer
Toch suggereert een kaartje achter in Drachmans boek dat het verhaal is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het adres waar Bettie met haar vader en broer woont, is echt, al leert Google dat zich daar een boerderijachtige, luxe villa bevindt, en geen bungalow. Ook bestaat het genoemde bungalowpark in Zwanendrifters echt. Bovendien hebben Drachmans tekeningen, of aquarellen zijn het eigenlijk, een authentieke Veluwse sfeer.
‘Ik denk in beelden, nooit in woorden’
“We gingen vroeger altijd op vakantie naar de Veluwe”, verklaart Drachman, “dus ik ken het daar goed. Het adres heb ik gebaseerd op het adres van een ex-vriend van een vriendin van mij die naar Apeldoorn is verhuisd. Maar de mensen die op dat adres wonen, hebben helemaal niets met het boek te maken.”
Het verhaal speelt zich af in 1995. De keuze voor de jaren negentig is heel bewust omdat er toen nog geen internet was, het was toen in elk geval nog niet zo ingeburgerd als nu. “Met internet zou de zoektocht naar Betties moeder een heel andere dynamiek hebben gehad”, vindt Drachman.
Haar docenten aan de Brusselse Sint Lukas Hogeschool, waar ze vorig jaar haar masterdiploma graphic storytelling haalde, adviseerden Drachman het verhaal te laten plaatsvinden vóórdat in 1996 de ophef rond de Belgische seriekindermoordenaar Marc Dutroux losbrak. Dutroux ontvoerde jonge meisjes op straat en hield ze gevangen in de kelder van zijn huis. Drachman: “Het zou niet geloofwaardig zijn geweest dat Bettie als jong meisje steeds alleen op pad mocht in een tijd dat de Dutroux-berichten overal de media overheersten.”
Zieltjes winnen
Tijdens haar zoektocht komt Bettie een voormalige collega van haar moeder tegen, die haar meeneemt naar huis en uitnodigt te blijven eten. Voor het eerst ervaart ze de geborgen warmte die ze thuis nooit heeft gekend. De vrouw vraagt haar ook op zondag mee naar de kerk te gaan, maar Betties broer verdenkt haar ervan zieltjes te willen winnen voor de kerk. Als de collega Bettie vraagt ook haar broer mee te nemen, ziet Bettie het gelijk van haar broer bevestigd.
‘Ik begin altijd schetsend te associëren’
“Maar heeft haar broer wel gelijk? Dat is helemaal niet duidelijk”, constateert Drachman. “Misschien denkt die vrouw echt dat het goed is voor Bettie en haar broer om naar de kerk te gaan, dat ze daarmee structuur in hun leven krijgen. Ik vertel het verhaal vanuit Betties perspectief, juist om te laten zien dat alles niet zo duidelijk is als het misschien lijkt, dat het zicht op de werkelijkheid wordt vertroebeld door de persoonlijke invulling die iedereen eraan geeft.”
Open ruimte
Haar verftekeningen zijn niet, als in veel stripboeken, strak omkaderd naast elkaar gerangschikt, maar verschillen sterk in grootte en zweven als het ware over de pagina’s. “De Veluwe heeft veel open ruimte en dat wil ik in de tekeningen ook naar voren brengen”, zegt Drachman erover. “Niet alleen in de paginagrote tekeningen, maar ook door veel witruimte te laten tussen de tekeningen onderling.”
Drachman ‘schrijft’ haar verhaal al meteen in verfschetsen, die ze pas daarna rangschikt. “Ik ben zo dyslectisch als maar kan”, zegt ze. “Ik denk meteen in beelden, nooit in woorden, dus als ik een verhaal wil vertellen, doe ik dat automatisch met tekeningen, al wilde ik als kind wel prozaschrijver worden.” Ook als illustrator, haar voornaamste dagbesteding, vertelt ze verhalen. “Voor de illustraties in Ad Valvas begin ik altijd schetsend te associëren, ik probeer niet al te letterlijk de column weer te geven, de tekening moet iets toevoegen.”
Meer empathie voor jongeren
Drachman is opgegroeid met strips. Haar vader las haar als klein kind Asterix voor en toen ze opgroeide las ze uit zijn collectie volwassenenstrips als De fantastische avonturen van Isabelle Avondrood van Jacques Tardi. “Daarna heb ik veel manga en Amerikaanse comics gelezen.” Na haar bacheloropleiding illustratie aan de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten ging ze naar Brussel om graphic storytelling te doen, met docenten als Judith Vanistendael en Inge Heremans alias Ilah, wier strip Cordelia jarenlang in Ad Valvas verscheen. Strips worden volgens Drachman serieuzer genomen dan pakweg tien jaar geleden. “De jongeren die ik spreek, denken niet als eerste aan Suske & Wiske als het over strips gaat.”
Hoewel Drachmans verhaal zich in de jaren negentig afspeelt, denkt zij dat de meeste jongeren zich in Betties verhaal zullen kunnen herkennen. “Het gevoel van isolatie is universeel, iedereen kent die ervaring wel. De manier waarop is steeds anders, maar het gevoel, dat is niet anders”, aldus Drachman.
Neem de huidige coronacrisis waarin jongeren letterlijk worden geïsoleerd. Niet alleen omdat ze thuis moeten blijven en elkaar niet mogen ontmoeten, maar ook omdat ze worden aangewezen als zondebok. Drachman: “Ik denk weleens: als ik zie hoe mensen naar jongeren wijzen, weten zij dan niet meer hoe het was toen zij nog jong waren? Als je niet meer naar feestjes mag, hoe moet je dan mensen leren kennen? Als student zit je in een vreemde stad, helemaal op jezelf aangewezen, je kent niemand; dat is echt niet leuk. Het is zo belangrijk om connecties te hebben, mensen op wie je kunt terugvallen. Er zou bij ouderen echt wel wat meer empathie voor jongeren mogen zijn.”
Dido Drachman, Zwanendrifters, uitgeverij Scratchbooks, 128 pag. €24,50
Zie ook: didodrachman.com.