“There is no policy, there is no coordination”, zegt Diederik Oostdijk, hoogleraar moderne Engelse letterkunde, over het taalbeleid voor Nederlandse universiteiten. Hij is verontrust over het oprukkende Engels, net zoals de andere sprekers op het dak van het hoofdgebouw.
Vrije Schrijver Annelies Verbeke sprak gisteravond met hoogleraar Oostdijk en taaljournalist Gaston Dorren over bedreigde talen. Dit deed zij voorafgaand aan de film I dream in another language van de Mexicaanse regisseur Ernesto Contreras op het On the Roof Film Festival.
De film gaat over linguïst Martin die bijna uitgestorven talen bestudeert. In een dorpje vindt hij drie mensen die nog net het Zikril spreken, volgens hen de taal van alle levende wezens in de jungle. Plots overlijdt een van die drie, de overgebleven twee hebben al heel lang ruzie. Martin probeert die twee te verzoenen.
Slechts 5 eerstejaars Nederlands aan de VU
“Want met elke taal die verdwijnt, gaat een hele cultuur verloren; het verschraalt uiteindelijk de diversiteit”, zegt Verbeke verontrust. Haar bezorgdheid betreft niet alleen jungletalen, maar ook het Nederlands dat op de VU ondergesneeuwd dreigt te raken door het Engels. Het feit dat deze universiteit slechts vijf nieuwe studenten Nederlandse taal en cultuur telt, emotioneert haar.
Als Vrije Schrijver wil Verbeke dit studiejaar ingaan “tegen de heersende hang naar eenvormigheid. We moeten ons verzetten tegen de grotendeels economisch bepaalde sturing van ons literaire aanbod door de Angelsaksische wereld.” Daarmee stemmen de andere sprekers volledig in.
Dromen in talen
En om niet al te militant te willen zijn, stelt Verbeke ook wat luchtigere vragen aan de sprekers. Bijvoorbeeld in welke taal zij nou dromen? Oostdijk droomt niet zozeer in een taal, maar voornamelijk in beelden en Dorren droomt in de taal waar hij zich bevindt: “Hier in het Nederlands dus, in Duitsland in het Duits, in Peru in het Spaans en wanneer ik bij mijn moeder in Limburg ben, droom ik in het Limburgs.”
NB: Het gesprek werd gevoerd in het Engels.