“Stel je voor dat je een dier bent, een vogel of een rat, en kijk rond. Voel je je dan goed hier?” Strategiedocent Christer Guldemond staat met zijn studenten bij het stukje groen op het Gustav Mahlerplein. “Kijk ook naar dingen waar je normaal niet naar kijkt.”
De studenten van het summerschoolvak Foundation of strategy lopen vrijdag rond tussen de paar verhoogde veldjes en turen naar de begroeiing. “Als vogel zou ik me niet echt prettig voelen op dit plein”, denkt Liu Xuan uit China (rechts op de foto). “Er zijn zoveel hoge gebouwen hier, dat het voelt of er niet genoeg lucht is. En al die mensen die van en naar de metro lopen maken het heel druk. Nu ik zo rondkijk, voel ik me hier zelf niet op mijn gemak eigenlijk”, lacht ze.
Designperspectief
Op de VU Amsterdam Summer School volgen studenten van over de hele wereld in drie keer twee weken vakken over uiteenlopende onderwerpen. In Foundations of Strategy leren studenten succesvol te worden als strateeg.
De opdracht is de inleiding op het college van landschapsarchitect Anne Nieuwenhuis. “Ik wil de studenten vanuit een ander perspectief naar het plein laten kijken”, zegt Guldemond. “Als strateeg is het belangrijk dat je dat kunt. Het designperspectief kijkt vanuit de dieren, anders zou een plein met alleen steen ook volstaan.”
Een Amerikaanse student heeft zich ingebeeld dat hij een kraai is. “Ik denk dat het best een goede plek is voor een kraai om te leven”, zegt hij. “Een kraai kan vliegen, dus hij kan makkelijk voedsel zoeken en de bomen zijn goed voor schaduw en om zich in te verschuilen.” Een andere student is opgevallen dat het geen net grasveldje is, maar dat er ook plantjes en bloemen in staan, wat het rijker maakt aan voedsel.
Ruimte voor dieren
“Dit plein moest ook een ruimte voor dieren worden”, vertelt ontwerper Nieuwenhuis. “Zo zijn we bij dit ontwerp uitgekomen.” Guldemond weet dat de prijzen van de appartementen die op het plein uitkijken omhoog gegaan zijn sinds het stukje groen is aangelegd drie jaar geleden.
Voor het college van Nieuwenhuis verplaatst de groep zich naar hun werkruimte op de VU, waar de tafels en stoelen in vier groepen zijn neergezet en thee, koffie, water met munt en sinaasappelsap klaarstaan om in te schenken. Bij binnenkomst blijkt dat het college maar twintig minuten kan duren, omdat de studenten mee willen met het bezoek aan het Anne Frankmuseum en het Van Goghmuseum dat door de summerschoolorganisatie is geregeld.
Nieuwenhuis toont daarom snel haar werk voor de Westerschelde, een modderige en zeer vervuilde zeearm in Zeeland. De microscopisch kleine kleideeltjes die in het water drijven, trekken giftige stoffen aan die onder andere door chemische industrie in het water zijn terechtgekomen. Dat is een groot probleem voor de scheepvaart, want de zeearm moet continu uitgebaggerd worden, maar ook voor de dieren en planten die er leven.
Honderd jaar vooruit
De opgave waar Nieuwenhuis dus voor stond, was om iets te ontwerpen wat ervoor zorgt dat er minder modder in het water drijft, zonder dat de rivier afgesloten wordt voor grote schepen. Ze bedacht een dam, gemaakt van ingeklonken blokken modder, die de modderdeeltjes sneller laat neerslaan. De rivier wordt daardoor weliswaar smaller, omdat er meer land ontstaat, maar tegelijk ook helderder en dus gezonder voor het ecosysteem.
“Vragen jullie je af waarom ik Anne heb uitgenodigd?” vraagt Guldemond aan het eind van het college. “Wij zakenmensen moeten worden geïnspireerd. Mensen die honderd jaar vooruit denken zijn ontzettend waardevol. Wat wij uit onze boeken halen is allemaal oud, terwijl ontwerpers alleen met nieuwe dingen werken. Zij bedenken iets, het is aan ons het zakelijk te maken.”