Omdat er te weinig promovendi met een arbeidsbeperking zijn op de VU, gaat de universiteit tien promotieplekken subsidiëren. ‘We moeten focussen op mogelijkheden en minder op beperkingen.’
Studieadviseurs, docenten, facilitaire medewerkers: de VU heeft inmiddels 106 banen gevuld voor de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, namelijk mensen met een arbeidsbeperking. De wetenschappelijke hoek blijft alleen achter, vertelt Evelien Wolf. “Dat is niet alleen op de VU zo, volgens mij geldt dat voor elke universiteit. Daarom is de zogeheten promovendipool opgezet, waarmee mensen met een arbeidsbeperking die in het doelgroepregister staan de stap naar de wetenschap kunnen zetten.”
‘Ik heb vooral fysieke aanpassingen nodig’
“Ik weet hoe het is om te promoveren met een arbeidsbeperking”, vervolgt Wolf. Vanwege een dwarslaesie maakt zij gebruik van een elektrische rolstoel. “Soms kan het heel simpel zijn wat iemand nodig heeft. Ik heb vooral fysieke aanpassingen nodig, verder kan ik gewoon mijn contracturen maken en mijn werk doen. Wat mij niet lukt is om avonden achter elkaar door te halen, wat veel promovendi wel doen. En soms krijg ik te maken met onverwachtse omstandigheden, bijvoorbeeld bij problemen met de zorg. Het is belangrijk dat een promotor voldoende ondersteuning krijgt in hoe je aanpassingen regelt. Die ondersteuning ga ik bieden.”
1 jaar gratis
Naast de begeleiding verzorgt de VU ook een subsidie die het salaris van de promovendi voor een jaar dekt. “Die subsidie dient als stimulatie om het gewoon eens te gaan proberen. Na een jaar bepalen we of de promotie doorgaat. Mocht het dan toch niet werken, dan zijn promotoren bijvoorbeeld hun onderzoeksbeurs niet kwijt. Verder kijk ik samen met de promotor en promovendus naar de doelen en hoe haalbaar die zijn. Heeft de promotor bijvoorbeeld reële verwachtingen van wat de promovendus kan? Dat gesprek kan ik al voeren voordat de promovendus aangenomen wordt, om te toetsen of alle randvoorwaarden er zijn en of het een succesvol traject kan worden.”
Misverstanden
Waarom zijn er eigenlijk zo weinig promovendi met een arbeidsbeperking? Wolf: “Daar zijn meerdere redenen voor. Er zijn een hoop misverstanden bij promotoren, die hebben een bepaald idee van hoe een promotieplek eruit moet zien en wie de beste kandidaat is. Ze kiezen dan vaak voor de makkelijkste keuze, iemand van wie zij denken dat die het goed gaat doen. Uit literatuur blijkt dat veel werkgevers het idee hebben dat mensen met een arbeidsbeperking vaak te laat of afwezig zijn. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn, maar het zijn wel misverstanden die in mensen hun hoofd zit.”
‘Het is ook goed voor de wetenschap, want je komt tot andere oplossingen als je niet allemaal dezelfde mensen hebt’
Wolf vindt het belangrijk dat promotoren niet alleen maar meedoen met dit programma omdat ze mensen met een arbeidsbeperking een warm hart toedragen. “Het is ook goed voor de wetenschap, want je komt tot andere oplossingen als je niet allemaal dezelfde mensen hebt.” Volgens Renée van Scheppingen, coördinator van het overkoepelende servicepunt Participatie, is de missie van het initiatief om meer op mogelijkheden te focussen en minder op beperkingen. “Een promotor moet iemand aannemen omdat diegene iets kan en niet omdat diegene een beperking heeft.”
“Ik hoop dat mensen door dit programma een kans krijgen en dat we voor een inclusievere universiteit zorgen”, zegt Evelien Wolf. Volgens Van Scheppingen heeft elke faculteit toegezegd om ten minste één iemand via de promovendipool aan te nemen. “Mijn doel is dat iedereen op de VU hieraan wil meewerken. Het zou eeuwig zonde zijn als je bepaalde kwaliteiten en talenten op de bank laat zitten.”