Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
16 november 2024

Campus
& Cultuur

‘Faculteit moet juniordocent extra helpen bij carrière’

Juniordocenten innoveren het onderwijs en verlichten de onderwijsdruk voor seniors. Maar uitzicht op een docentbaan hebben ze niet zonder promotie. De faculteit Aard- en Levenswetenschappen bedacht iets anders om ze te ondersteunen bij hun carrière.

Faculteiten stellen steeds vaker zogeheten juniordocenten aan. Dat zijn pas afgestudeerden die onderwijs verzorgen in de bachelorfase. Zij verlichten de taken van seniordocenten, maken het onderwijs intensiever en zijn relatief goedkoop.

Ze staan alleen wel na afloop van hun contract weer op straat. Omdat ze doorgaans niet zijn gepromoveerd, komen ze niet in aanmerking voor een vaste aanstelling als docent aan de VU.

Lisanne Möller (26) is al 3,5 jaar juniordocent, nu bij gezondheid & leven. “Ik werk het hele jaar met vaste groepen van zo’n 25 studenten. Daardoor heb ik veel contact met ze. Ik zie ze meestal een paar keer per week.” Ze vindt het jammer dat ze aan het einde van haar contract weg moet. “Ik denk dat je zeker in het eerste bachelorjaar een goede docent kunt zijn zonder zelf wetenschappelijk onderzoek te doen.”

Professionaliseren

De faculteit Aard- en Levenswetenschappen (FALW) heeft daarom een professionaliseringstraject voor hen opgezet. Dat omvat zo’n 160 uur per jaar en is op vrijwillige basis; zeven van de veertien juniordocenten doen mee. “We streven naar een win-winsituatie voor faculteit, juniordocenten én studenten”, zegt trajectcoördinator Maiza Campos Ponce, universitair docent infectieziekten.

De juniordocenten krijgen in dit traject ook de opdracht om aan onderwijsvernieuwing te werken. Denk aan het opzetten van een nieuwe cursus of het introduceren van nieuwe onderwijsmethoden. Zo traint juniordocent Nienke Stumpel haar mededocenten om college te geven aan de hand van het nieuwe leermanagementsysteem Canvas, dat in september Blackboard vervangt.

Docent van het jaar

De juniordocenten die dit traject volgen, moeten ook de Basiskwalificatie Onderwijs halen en krijgen als groep intervisie om van elkaar te leren en zich te oriënteren op hun loopbaan.

Het succes van juniordocenten blijkt onder meer uit het feit dat Nienke Stumpel onlangs is verkozen tot docent van het jaar van de faculteit. En de drie andere juniordocenten in dit artikel waren ook genomineerd.

Kas Houthuijs (29) is sinds drie jaar juniordocent bij biomedische wetenschappen. “Ik ben een soort vertrouwenspersoon voor studenten. Met de seniordocenten hebben ze weinig persoonlijk contact, die zien ze alleen maar tijdens één vak.”

Verloren voelen

Campos Ponce stelt dat juniordocenten met hun vele werkgroepen het onderwijs intensiveren: “Gezondheidswetenschappen, biomedische wetenschappen en gezondheid & leven hebben meer dan honderd eerstejaars. Studenten voelen zich soms verloren in zo’n grote groep.” Juniordocenten vormen een schakel tussen studenten en seniordocenten, zegt ze. Ook vindt Campos Ponce het een voordeel dat juniordocenten vaak zelf net afgestudeerd zijn, waardoor ze nog dicht bij de leefwereld van studenten staan en met frisse blik naar het onderwijs kijken.

Mentorsysteem

Campos Ponce vindt niet dat de taken van juniordocenten eigenlijk door seniordocenten met een vaste aanstelling gedaan zouden moeten worden. “De seniordocenten zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs”, zegt ze. “Zij verzorgen de colleges. Juniordocenten nemen die taken niet over, maar zijn aanvullend. Dankzij hen kunnen we meer en kleinere werkgroepen geven en een goed mentorsysteem opzetten. Daar komen seniordocenten en hoogleraren, die meestal ook een onderzoekstaak hebben, niet aan toe.”

Rolinka Schippers (31) werd drie jaar geleden voor vier dagen per week juniordocent bij biomedische wetenschappen. Ze zette samen met haar collega Kas Houthuijs een masterclass verslaving op voor het Pre-University College. “Zo’n cursus ontwikkelen kost veel tijd en de seniordocenten hebben het al erg druk. Als die cursus goed bevalt, blijft die bestaan, ook als ik vertrek.”

Goede werkgever

Het huidige beleid van de VU is om deze niet-gepromoveerde docenten geen vaste aanstelling te geven. Daarom vindt Campos Ponce dat de faculteit verantwoordelijkheid moet nemen voor hun loopbaan. “Vandaar dat we dit professionaliseringstraject hebben opgezet. Dat vind ik een vorm van goed werkgeverschap. We plukken een paar jaar de vruchten van hun inspanning en enthousiasme. Door de werkervaring die juniordocenten opdoen, helpen wij hen op weg in hun carrière, bijvoorbeeld als docent in het hbo of een ondersteunende functie op de universiteit als beleidsmedewerker.”

Campos Ponce kreeg een subsidie van Sofokles, sociaal fonds voor de kennissector, voor het opzetten en evalueren van dit traject. Als het een succes blijkt te zijn, kunnen andere faculteiten en universiteiten van deze ervaring profiteren.

Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen in Advalvas 19 – 14 juni 2017.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.