“Hé, daar is iemand van Ad Valvas, die heeft vast wel een grappige anekdote”, zegt iemand van het chatgroepje waarin ik terechtkom nadat ik me heb ingelogd bij de ‘chatroulette’ die vanmorgen de Stay Connected Week inluidde.
De VU wil dat we als medewerkers met elkaar verbonden blijven in coronatijd, en daarom heeft ze tijdens de landelijke week van de werkstress deze Stay Connected Week georganiseerd met allerlei online activiteiten om elkaar virtueel te ontmoeten.
Vandaar dus dat ik met een groepje onbekende collega’s zit te keuvelen via Zoom. Collega’s die ik nooit eerder heb ontmoet omdat veel mensen, zelfs als je op de campus werkt, moeilijk te bereiken zijn op de afdelingen waar ze werken, want die zijn alleen toegankelijk met de juiste pasjes. Maar ik word meteen onder druk gezet, want ik moet een grappige anekdote vertellen. Die heb ik wel, plenty zelfs, maar is dat geen roddelen? Gelukkig helpt iemand me uit de brand door te vertellen over die keer dat het VUmc lekkage had en de hele De Boelelaan in no-time in een rampgebied was veranderd, waarbij mensen vanachter hun raam hun auto’s in draaikolken zagen verdwijnen.
Zo was een collega van deze meneer haar auto kwijtgeraakt en toen had de hele afdeling een inzameling gehouden, zodat ze weer een nieuwe auto kon kopen. Dat is een leuke anekdote. VU-medewerkers zijn meestal niet zo kleurrijk en flamboyant en mediageniek als hun UvA-collega’s, maar verdomme, ze zíjn er voor elkaar.
Afvegen met een prop
Een jonge onderzoekster heeft ook een anekdote: die keer dat ze voor een nieuwe afdeling ging werken en er een kennismakingsbijeenkomst was waarbij iedereen antwoord moest geven op vragen als of ze hun wc-papier vouwen of er een prop van maken bij het afvegen. Ik had er zelf nooit rekening mee gehouden dat er mensen zijn die vegen met een prop papier, dat moet ik even verwerken, en dan is de chatroulette alweer voorbij.
Nu zit ik opeens naar de Amerikaans-Nederlandse komiek Greg Shapiro te kijken, die vaker door de VU in de arm wordt genomen als er gelachen moet worden. Ik heb Shapiro wel grappiger mee gemaakt. Eerst geeft hij zogenaamd een workshop Zoomen, waarbij hij zelf alle beginnersfouten maakt van iemand die nooit eerder gezoomd heeft, maar volgens mij is dat de grap. Daarna maakt hij grappen over de de ongezonde keelklanken die Nederlanders altijd maken bij het praten, maar dat deed Danny Kaye ook al en die is al jaren dood. Dieptepunt is Shapiro’s geginnegap over Nederlandse namen want Nederlanders heten “Taco” en Sicco” en “Freek” en dat is voor een Amerikaan natuurlijk heel grappig, maar wel het niveau van lachen om de “kut” in Calcutta.
Flauwe grappen
Ik scroll intussen langs de medewerkers die hiernaar zitten te kijken, het zijn er echt heel veel, en echt niemand lacht. Sommige mensen hebben een grijns op hun gezicht die ik ervan verdenk een beleefdheidsgrijns te zijn. Shapiro zit zich ondertussen in het zweet te werken met sneren over Trump en Rutte en Nederlandse wc’s, maar er komt maar geen leuke grap. Zelf heb ik er meer plezier in naar mijn collega’s te kijken en wat ze in hun huis- en werkkamers hebben staan. Ik ben een begluurder van mijn collega’s geworden.
Op een gegeven moment begint Shapiro mensen te betrekken bij zijn act, en dan neemt iemand de kans waar om zelf een komisch nummertje op te voeren. Hij neemt het helemaal over en Shapiro komt er niet meer tussen. Zijn grappen zijn zo mogelijk nog flauwer, maar de daad op zich – dat kapen van Shapiro’s act – is vrij subliem.
Eigenlijk is dit best leuk. Het is leuk om met je collega’s te spreken zonder ze meteen uit te horen over hun onderzoek of beleidsplannen of gedoe op hun afdeling. Om te zien dat het sympathieke maar verlegen mensen zijn. Eigenlijk zouden we elke morgen chat-roulette moeten doen, iedere keer weer andere collega’s en dan een praatje maken.
Beste integratieproject ever?
En dan niet alleen met medewerkers, maar ook met studenten. Want zelf spreek en hoor ik best veel collega’s, maar studenten zijn hier vanuit huis veel moeilijker te bereiken. De studenten mis ik het meeste van allemaal. En waarom niet eigenlijk ook met medewerkers en studenten van andere universiteiten?
Misschien is het een idee om elke ochtend een halfuur te chatten met willekeurige mensen waar dan ook in Nederland. Dus dan zit je met een hoogleraar, een politieman, een werkloze IT’er en een tuinder, en de volgende dag weer een andere combinatie.
Zou dat niet het beste integratieproject ever zijn?