Waar bij ons eerste bezoek in mei de zon nog scheen en het kortebroekenweer was, is het ditmaal grijs en koud op het terrein in de wijk Kronenburg, door de bewoners omgedoopt tot Krakenburg. Na een kletsnatte novembermaand liggen overal plassen water. “Ik was bang dat we hier tot de zomer een vijver zouden hebben, maar dat valt mee. Het water zakt gelukkig weer”, zegt bewoner Melle bij de ingang. Hij is samen met twee medekrakers druk bezig modderige meubels en matrassen op een aanhanger te laden. Door het heftige weer is hun opslagtent ingestort, waardoor veel gedoneerde goederen onbruikbaar zijn geworden. “Daar zitten ook spullen bij die we van VU-studenten hebben gekregen.”
Ramen van oude deuren
Melle woont samen met enkele tientallen anderen – onder wie een aantal VU-studenten – permanent op het terrein. De meesten wonen in een camper of caravan, zoals mijn gids, maar er woont ook iemand in een knalgeel tuinhuisje. Een andere bewoner is bezig zijn eigen tiny house te bouwen. “Dat toont aan dat wij hier niet weg willen”, zegt Melle.
Terwijl hij mij langs modderige paden en zompige graszoden leidt begint de zon opeens te schijnen en doet het terrein wat minder grauw aan. Via een minibamboebos komen we uit bij een zelfgebouwd houten huisje dat dienst doet als gemeenschappelijke keuken. Het is een rommelige maar huiselijke ruimte van zo’n 20 vierkante meter, met een kookstel, wasbak, eettafel, zitbank en de nieuwste aanwinst: een antieke houtkachel. Er hangt een poster van de klimaatmars, overal liggen spullen en de muren zijn van een vreemdsoortig glimmend materiaal. “Mensen vinden het op een ruimteschip lijken. Of een koelkast”, lacht Melle. “We hadden behang gekocht om het aan te kleden, maar dat hebben we weer teruggebracht. Het past toch beter bij ons, een beetje houtje-touwtje. De ramen zijn bijvoorbeeld gemaakt van oude deuren.”
Meer dan protest
Met hun campers en caravans zijn de bewoners klaar voor de winter, vanwege de kou slaapt inmiddels niemand meer in een tentje. Door de aangebrachte isolerende panelen en het isolatieschuim is de keuken ook winterklaar. Toch staat Krakenburg voor meer dan een plek om te wonen, legt Melle uit, die internationale betrekkingen studeerde en inmiddels werkzaam is bij een ngo. “Het is natuurlijk een protest tegen het feit dat hier geen woningen gebouwd mogen worden vanwege vliegtuigoverlast. Maar het gaat verder dan dat. We willen laten zien dat er ook een andere manier van wonen mogelijk is. Dit is een plek waar we in contact staan met elkaar, de buurt én de natuur.”
Solidariteit met de buurt
Voor het samenleven met de buurt zijn er genoeg plannen. Zo noemt Melle een gemeenschappelijke tuin (“lijkt me heel gaaf”) en een volkskeuken waarin mensen kunnen helpen koken en waar de Krakenburgers eten kunnen uitdelen aan buurtgenoten met een kleine portemonnee. “In tegenstelling tot gegentrificeerde wijken, waarin ruimte en faciliteiten worden afgenomen van de originele bewoners, willen wij juist iets toevoegen. Het gevoel van solidariteit met de buurt waarin je woont is heel belangrijk. Zo hopen we bijvoorbeeld in contact te komen met studenten uit de buurt en de Oekraïense vluchtelingen die hier even verderop wonen”, zegt Melle, die zijn stem moet verheffen vanwege een overvliegend vliegtuig.
“Door zelf het heft in eigen handen te nemen, door voor jezelf en anderen te zorgen, leer je niet alleen veel over jezelf, maar ook over hoe de samenleving in elkaar zit. De bubbels waarin we steeds meer komen te zitten en de polarisatie die dat als gevolg heeft, die doorbreek je daarmee.”
Hub voor activisme
De bewoners van Krakenburg mikken dus op verbinding in de samenleving, iets wat Nederland volgens Melle nu erg mist. Hij doelt onder meer op de verkiezingsuitslag, waartegen Krakenburg een demonstratie organiseerde op de Dam. “Daar kwamen 2.000 mensen op af, dat was wel gaaf. We willen ook een hub zijn voor politieke uitingen en activisme, van waaruit nieuwe initiatieven kunnen ontstaan.”
Volgens Melle zijn er meerdere manieren van leven en betogen de krakers niet per se dat iedereen moet leven zoals zij. “Maar wij proberen wel de vinger op de zere plek te leggen door zo radicaal te leven. We houden een spiegel voor aan de maatschappij door te laten zien dat wij op deze manier heel prettig kunnen samenleven.”