René Smit, voorzitter van het college van bestuur, vindt dat de vorige reorganisaties van de ICT-diensten “strakker, omvattender en onbarmhartiger” hadden moeten zijn.
Dat antwoordde hij op een vraag van een ICT-medewerker, vanmorgen op een bijeenkomst in het kader van de reorganisatieplannen van de VU. Smit heeft eerder een ronde gemaakt langs de verschillende faculteiten om zijn plannen toe te lichten en vragen te beantwoorden, en nu is hij bezig met zo’n zelfde tour langs de verschillende diensten en afdelingen.
Minder emotioneel
Smit spreekt nu dus de mensen wier baan in onmiddellijk gevaar is vanwege de afslanking en herschikking van de ondersteunende diensten. Toch verliep deze bijeenkomst, net als de vorige met de medewerkers van de centrale diensten, aanzienlijk minder emotioneel dan die met de onderzoekers/docenten.
Medewerkers vroegen zich af waarom de ICT-diensten tot de eerste behoren, die worden gereorganiseerd. Wie er eigenlijk bepaalt wanneer de beoogde efficiëntie en kwaliteitsverbetering zijn bereikt. Of het aan een universiteit wel mogelijk is om alle faculteiten en afdelingen dezelfde standaard ICT-diensten te leveren. Of het verstandig is om eerst ICT-mensen te ontslaan en dan de dienst te gaan verbeteren. Wie er bepaalt hoeveel ruimte erover blijft voor maatwerk.
“Voor welk cijfer gaat u eigenlijk bij het verbeteren van die kwaliteit?” Vroeg iemand. “Mij lijkt het een zesje te gaan worden.”
Stortvloed aan managersjargon
Smit, en de directeur van het Universitair Centrum IT, Richard Oerlemans, beantwoordden deze vragen met een stortvloed aan managersjargon. “Wij zijn bezig met een overgang van randvoorwaardelijke naar projectmatige ondersteuning van de bedrijfsprocessen”, beantwoordde Oerlemans de vraag waarom de IT-diensten eerst moeten. Smit zei dat het belangrijk was om eerst de ICT te reorganiseren omdat “je nú moet bepalen wat het beeld van de reorganisatie moet zijn opdat je de verandering er naartoe kunt inrichten.”
De vraagsteller leek daarmee tevreden te zijn, want hij hield zich verder stil. Wel stelde iemand anders aan het einde van de bijeenkomst dezelfde vraag nog een keer in andere bewoordingen.
Aantrekkelijk geprijsd dagmenu
Onbarmhartiger had Smit volgens zichzelf moeten zijn bij het opleggen van een VU-standaard. Hij vindt achteraf dat hij teveel onderlinge verschillen heeft laten bestaan. Nu heeft iedere faculteit, iedere afdeling zo haar eigen digitale eigenaardigheden, waar door de ICT-medewerkers heel dienstbaar op ingespeeld wordt. Dat kost de VU veel geld, en er is gewoon niet meer zoveel geld.
Smit wil dat de diensten gaan werken volgens het principe van de menukaart in een restaurant: je hebt een aantrekkelijk geprijsd dagmenu waar het grote publiek prima mee aan zijn trekken komt, en wie iets anders wil, de kreeft of een glutenvrij vegetarisch gerecht, zal daarvoor wat extra moeten betalen.
Samenvoeging bètafaculteiten
Intussen gaan de ICT-diensten een reorganisatietraject in terwijl het nog verre van duidelijk is hoeveel ICT-capaciteit er in de nabije toekomst eigenlijk nodig is op de VU-campus. Sinds kort staat hier ook de tandheelkundige opleiding ACTA, die gebruik maakt van de diensten, en er staat nog te bezien wat de gevolgen zullen zijn van de samenvoeging van de bètafaculteiten van de VU en de UvA. Gaat die nieuwe faculteit gebruik maken van de ICT-diensten van deze universiteit of van die van de UvA? Gaan er VU-mensen over naar de UvA of andersom?
Adviserende rol
Ook op andere gebieden blijft er veel onvoorspelbaar, zeker in een zo snel veranderend vakgebied als de ICT. Studenten vertonen zo hun eigen grillige digitale gedrag en voor docenten zijn steeds meer digitale hulpmiddelen beschikbaar. “We zullen waarschijnlijk steeds meer een adviserende rol gaan krijgen, in plaats van een faciliterende rol”, aldus Oerlemans.