De bètafaculteiten van de VU en de UvA vragen een investering van minstens honderd miljoen euro om te fuseren tot één Amsterdam Faculty of Science. Of ze dat geld ook krijgen is nog zeer de vraag. De besturen en raden van toezicht van beide universiteiten moeten nog besluiten over de fusie.
Het plan voor de fusie staat beschreven in de Propositie van het bouwteam. Dat is vorige week voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen van de betrokken faculteiten en vandaag openbaar gemaakt door Folia, het nieuwsforum van de UvA.
Volgens Folia gaat het samenvoegen zelf tussen de 50 en 70 miljoen euro kosten; 50 miljoen wordt geïnvesteerd in ‘nieuwe impulsen’ in onderzoek.
Te duur
De rector van de VU Lex Bouter zei afgelopen woensdag bij een vergadering van de ondernemingsraad het een mooi plan te vinden, maar dat het prijskaartje erg hoog is. Daarom zijn de besturen van de universiteiten nog niet akkoord gegaan met het voorstel voor één Amsterdamse bètafaculteit.
Een strijdpunt is de vraag of de faculteiten hun eigen financiële reserves mogen gebruiken voor de bekostiging van de fusies. Het bestuur van de VU is daar in ieder geval op tegen, omdat dat geld nodig is om bij te dragen aan de financiering van de vernieuwing van de VU campus. Daar hebben de bètafaculteiten trouwens zelf ook ruimschoots baat bij.
De bedoeling is dat de faculteit vier clusters krijgt. Fundamentals of Science en Science for Sustainability komen op het Science Park in de Watergraafsmeer. Human Life Science en Information Science komen op de VU-campus.
De bachelor- en masteropleidingen worden volgens het plan waar nodig samengevoegd en krijgen een thuisbasis op een van beide campussen.
De bedoeling is dat er nog voor de zomer een beslissing valt over de vorming van één faculteit. De daadwerkelijke realisatie duurt een paar jaar.