Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
18 april 2024

Campus
& Cultuur

Balanceren op het hoogste niveau

Alles geven in de sport, en dan ook nog fulltime studeren en een sociaal leven onderhouden. In deze nieuwe serie laten we topsportende studenten aan het woord. Hoe vinden ze de juiste balans?

“Ik zeg altijd: trek op tijd aan de bel, dan is er vaak wel wat mogelijk”, aldus coördinator topprestatie Brechje Tijssen. Vorig jaar vielen zo’n 140 van de VU-studenten onder de regeling, van wie vijf procent een topprestatie op cultureel gebied leverde. Als studenten gebruik willen maken van de regeling en de faciliteiten die daarbij horen, dienen ze een aanvraag in bij Tijssen. Alleen als topsporters een NOC*NSF-status hebben, wordt de aanvraag meteen goedgekeurd. Overige aanvragen topsport en cultuur worden door een commissie beoordeeld. “Voor de cultuursector zijn moeilijk richtlijnen op te stellen, maar een vereiste is wel dat ze spelen op internationaal erkende podia.” 

Out of the box 

Wanneer studenten het digitale bewijs van hun topprestatiestatus hebben, wordt hen aangeraden met een studieadviseur te praten. Die kan helpen bij het oplossen van praktische problemen: het zoeken naar werkgroepen die niet samenvallen met trainingsschema’s, kijken of aanwezigheidsplicht versoepeld kan worden of practica verschoven, zoeken naar alternatieven voor toetsmomenten die samenvallen met wedstrijden of optredens…  

Als ze er niet uitkomen, wordt Tijssen nog weleens gevraagd “out of the box” mee te denken. “De examencommissie geeft bijvoorbeeld niet snel een derde kans voor een tentamen, dat is veel extra werk voor een docent. Ze zullen dan eerder zeggen: probeer volgend jaar maar opnieuw. Maar we hebben eens een student gehad van wie de wedstrijden steeds samenvielen met zijn toetsen. Dan gaan we toch kijken of we geen uitzondering kunnen maken.” 

Financiële hulp 

Volgens Tijssen zijn sommige bachelorprogramma’s makkelijker aan te passen dan andere. Bij grotere studies is er meer keuze uit werkgroepen bijvoorbeeld. En bij bewegingswetenschappen studeren veel sporters, dus daar zijn ze al gewend af en toe te passen en te meten. Mochten de topprestatiestudenten toch vertraging oplopen, dan kunnen ze aanspraak maken op het profileringsfonds. Dat is een financiële tegemoetkoming voor studenten die een topprestatie leveren, studeren en binnen één jaar minder dan 60 studiepunten hebben gehaald.  

Tijssen werkt veel samen met de organisatie Topsport Amsterdam, en ook tussen de verschillende onderwijsinstellingen is er veel overleg, om in de grote lijnen eenzelfde aanpak te handhaven. Toch hoort ze in sportkringen dat het idee heerst dat de VU bij uitstek geschikt is voor topsporters. “Maar ik zou iedereen op het hart willen drukken vooral op inhoud te kiezen: voor een studie en een onderwijsinstelling die bij je past. Als je topsportcarrière om wat voor reden dan ook ophoudt, begint namelijk je maatschappelijke carrière.” 

Lees hier het eerste interview met keeper voor Telstar en tweedejaars psychologie Mei Wei Rispens.

‘Als je topsportcarrière om wat voor reden dan ook ophoudt, begint je maatschappelijke carrière’

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.