Hogescholen en universiteiten liggen goed op schema om voldoende mensen met een arbeidshandicap aan het werk te helpen. Maar voor achteroverleunen is het nog te vroeg.
In 2026 moeten er in Nederland 125.000 banen voor arbeidsgehandicapten zijn bijgekomen, waarvan 25.000 in de overheidssector. De Participatiewet verplicht werkgevers om ieder jaar een aantal vaste banen te creëren voor ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. Wie daar niet in slaagt, krijgt een boete van 5.000 euro per niet-ingevulde baan. Maar of het zover komt, moet nog blijken. Binnenkort neemt de Eerste Kamer een beslissing over het ‘deactiveren’ van de boetes. Voorlopig worden ze niet opgelegd.
1 op de 50 uur
De hogescholen en universiteiten moeten dit jaar 2,14 procent van hun verloonde uren aan arbeidsgehandicapten besteden. “De hogescholen zijn goed op weg”, zegt Erna Luijendijk van hbo-arbeidsmarktfonds Zestor. “Er zijn behoorlijke aantallen gerealiseerd.” Volgens haar staat het onderwerp hoog op de agenda: instellingen hebben budgetten gereserveerd en er zijn ‘baanaanjagers’ benoemd.
Die inspanningen lijken effect te hebben: soms kunnen vacatures niet eens worden vervuld omdat het lastig is om de juiste mensen te vinden. Luijendijk: “Kleinere hogescholen daarentegen hebben wat meer ondersteuning nodig om voldoende werkplekken te creëren.”
Goed bezig
Ook universiteiten doen hard hun best om mensen met een arbeidshandicap aan te nemen. Hoeveel er inmiddels een baan hebben gekregen, weet VSNU-woordvoerder Bart Pierik niet precies, maar de universiteiten zijn volgens hem goed bezig. “We liggen voor op andere partijen in de sector onderwijs.” Maar achteroverleunen kan niet: als de groeilijn wordt doorgetrokken, halen universiteiten de doelstellingen niet. “We moeten daarvoor meer stappen zetten”, aldus Pierik.
In april wordt een werkplan gepresenteerd over hoe overheid en bedrijfsleven samen meer mensen aan het werk kunnen helpen.