Aardwetenschappen heeft volgens het faculteitsbestuur een groot tekort dat een grote reorganisatie en wellicht zelfs opheffing van de afdeling rechtvaardigt. Men pretendeert al maanden dat men een zorgvuldige afweging aan het maken is. Die zorgvuldigheid is echter ver te zoeken en eerder lijkt sprake te zijn van een tunnelvisie waarin de zorgvuldigheid vooral blijkt uit het steeds zorgvuldig herhalen van dezelfde boodschap. Er zijn twee punten die opvallen.
Allereerst dat er geen overeenstemming bestaat over het tekort tussen het MT van aardwetenschappen en de rekenmeesters van het faculteitsbestuur. Bij een dreigende reorganisatie is dat toch een uitgangspunt waarover men het eens zou moeten zijn. Er kunnen kleine verschillen zijn, maar grote afwijkingen zijn ronduit vreemd.
Het tweede punt is de schijn die het faculteitsbestuur probeert op te houden dat men objectief naar de zaken kijkt. Na een “geheime” scenario-exercitie lijkt de voorkeur van het faculteitsbestuur niet zozeer uit te gaan naar behoud van de afdeling, maar naar opheffing. Zoals wordt gesuggereerd uit het recente “tijdelijke” verbod om aanstellingen te doen op toegekende tweede- en derdegeldstroomprojecten (Vacaturestop bij Aardwetenschappen, voortbestaan onduidelijk). De beslissing lijkt al genomen: Barbertje moet hangen.
Net als andere bètafaculteiten kampt de VU-bètafaculteit met financiële tekorten, veroorzaakt door hoge salarissen en gestegen externe kosten. De meer experimentele gerichte afdelingen kampen bovendien nog met extra vermeende tekorten omdat er een nieuw allocatiemodel is ingevoerd, waarmee afdelingen met laboratoria en experimentele faciliteiten extra gekort worden. Voor Aardwetenschappen is dit wrang genoeg bekend terrein. Rond 2003 werd er een nieuw allocatiemodel ingevoerd, waardoor Aardwetenschappen een “zachte” reorganisatie moest doorvoeren, bij een herziening van dat model werd Aardwetenschappen in 2014 gedwongen een harde reorganisatie door te voeren.
Aardwetenschappen is een discipline die kernwaarden van de VU vertegenwoordigt. Er is schreeuwende behoefte aan aardwetenschappers die de energie, landbouw en klimaat transitie in goede banen moeten leiden. Op een brief van directeuren van aanpalende instituten en faculteiten die hun zorg uitten en opriepen met het veld in contact te treden, antwoordde het faculteitsbestuur met de bekende riedel van zorgvuldigheid van het proces. Tot op heden is geen discussie met het veld gevoerd, hoewel er in de recente sectorbeelden plannen zijn uitgewerkt die ervoor moeten zorgen dat een goede verdeling van Aardwetenschappelijke expertise in Nederland gehandhaafd blijft. Maar nee, Barbertje moet hangen.
Het is schrijnend om te moeten zien hoe een BSc-topopleiding de nek wordt omgedraaid. Hoe afspraken met NWO over nieuwe experimentele faciliteiten en met aanpalende universiteiten over afstemming met sectorgelden met voeten worden getreden door een faculteitsbestuur dat in de waan blijft verkeren dat Barbertje nu eenmaal moet hangen.
Barbertje is echter niet omgebracht en Lothario, de beschuldigde, die zou moeten hangen vanwege de moord, is dus onschuldig. Toch straft de rechter Lothario uiteindelijk alsnog vanwege eigenwaan. Sindsdien heeft de uitdrukking Barbertje moet hangen, ondanks de persoonsverwisseling, vooral betrekking op het zoeken naar een zondebok.
Ik heb een reactie verwijderd van iemand die zich voordoet als “het FB”, het faculteitsbestuur. Dat zijn geen leuke grappen, mensen.