Studenten aan tien universiteiten mogen vanaf dit collegejaar pas aan een master beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben. Ze hebben de zogenaamde ‘harde knip’ tussen bachelor en master zorgvuldig ingevoerd volgens de Onderwijsinspectie. De VU wacht nog een jaar met de invoering.
Een student die nog een tentamen moest herkansen, kon zich bij de meeste universiteiten alvast inschrijven voor een (doorstroom)master. Maar daar komt per 1 september verandering in bij tien van de dertien universiteiten. Daar mogen studenten pas aan een master beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben. Studenten zullen door de maatregel bewuster gaan nadenken over de keuze van een masteropleiding en vaker van instelling wisselen, is de verwachting.
Aan de invoering van deze ‘harde knip’ gingen heel wat debatten vooraf. Was het eerlijk dat een student die nog een paar studiepunten tekort kwam een heel jaar moest wachten? Zou de maatregel niet tot meer studievertraging leiden?
Demissionair staatssecretaris Zijlstra vroeg de Onderwijsinspectie te controleren of universiteiten de ‘harde knip’ zorgvuldig invoeren. Hebben ze een goed herkansingsbeleid voor bachelorstudenten die bijna klaar zijn? Is er een hardheidsclausule voor studenten die buiten hun schuld vertraging oplopen? Ook wilde hij weten of studenten op verschillende momenten in het jaar kunnen instromen bij een master.
Negen van de dertien universiteiten hebben maatregelen genomen om de invoering soepel te laten verlopen, staat in een gisteren gepubliceerd rapport van de Onderwijsinspectie. Bij één instelling wordt een overgangsregeling voor bepaalde groepen studenten nog onder de loep genomen. Drie andere universiteiten – de VU, Tilburg en Wageningen – kregen al een jaar respijt van Zijlstra omdat zij nog niet aan alle voorwaarden voldeden.
De inspectie schrijft verder dat het bij sommige kleine of specialistische masterprogramma’s niet te voorkomen is dat studenten alleen in september kunnen beginnen. Ook hanteert een aantal universiteiten bewust één instroommoment voor masterprogramma’s. Dat gebeurt bijvoorbeeld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar studenten een onvoldoende voor het ene vak, mogen compenseren met een goed cijfer voor een ander vak. De bedoeling is dat ze op die manier hun jaar in één keer halen. Zijlstra vindt dat “een legitieme keuze”, schrijft hij in zijn reactie op het inspectierapport.
Universiteiten blijken overigens niet méér, maar juist minder herkansingsmogelijkheden te bieden aan hun studenten, meldt de inspectie. Daardoor zouden zij hun hertentamens serieuzer nemen. Zijlstra vindt het prima: alle maatregelen die bijdragen aan een “ambitieuze studiecultuur” juicht hij toe.
Administratief zouden universiteiten nog wel een en ander kunnen verbeteren, schrijft de inspectie. Ook zou het goed zijn als ze onderling ervaringen gaan uitwisselen. Zijlstra is het daarmee eens en schrijft dat hij hen hierop zal wijzen.