De facultaire studentenraad van Aard- en Levenswetenschappen eist dat ze nauwer betrokken wordt bij de reorganisatie van haar faculteit. Die mag dan vooral de medewerkers van de faculteit direct treffen, uiteindelijk gaan de veranderingen ook de studenten aan, vindt de raad.
Geen instemmingsrecht
D66-Kamerlid Paul van Meenen heeft er Kamervragen over gesteld aan onderwijsminister Jet Bussemaker. ‘Wat vindt u van de bewering van de universiteitsleiding dat zowel centrale als facultaire studentenraden geen instemmingsrecht noch adviesrecht hebben?’ aldus Van Meenen. ‘Hoe verhoudt zich dit tot 9.33a, lid 2, sub a?’
Heeft u kennis genomen van de situatie van enkele beta-opleidingen bij de VU?, vraagt Van Meenen verwijzend naar de Advalvas-artikelen ‘VU wurgt topopleidingen‘, ‘Examencommissie aardwetenschappen luidt noodklok‘, ‘Actiegroep Titanic tegen wurgcontract Aardwetenschappen‘ en ‘Boze VU-studenten bezetten bestuursvleugel‘.
Kwalitatief hoogstaand onderwijs
Van Meenen wil de mening van Bussemaker weten over de manier waarop de VU haar opleidingen financiert, op basis van studiepunten, waardoor massale studies worden bevoordeeld. Strookt dat wel met Bussemakers visie op kwalitatief hoogstaand onderwijs, vraagt Van Meenen zich af, en op het belang dat het kabinet hecht aan bètaonderwijs?
‘Welke verantwoordelijkheid heeft een universiteit voor studenten die met bepaalde beloftes en verwachtingen aan een opleiding zijn begonnen?’, vervolgt het Kamerlid. ‘Vindt u dat deze voldoende worden nagekomen?’
Kritisch zijn
Tenslotte wil Van Meenen weten of Bussemaker ook vindt dat ‘deze situatie nog een argument is voor instemmingsrecht van een medezeggenschap op de begroting omdat dit mogelijkheden geeft om kritisch te zijn op verdeelsystematieken.’