“Ik merk dat ik steeds bozer word”, zei cultureel antropoloog Sinan Çankaya op het immigrantensymposium van studentenvereniging Anatolia, afgelopen donderdagavond. Hij kan het als Nederlander met Turkse achtergrond zelfs niet over de hypotheekrenteaftrek hebben zonder dat hem te verstaan gegeven wordt dat, als het hem hier niet bevalt, hij maar lekker terug moet naar zijn eigen land.
“Kennelijk hebben de eerste bewoners van het huis Nederland alleenrecht van spreken en moeten de nieuwkomers zich aan hen conformeren”, aldus Çankaya, die sprak van een “lichte etnische zuivering.”
Hardnekkige mythes
Ondanks zijn boosheid bleef Çankaya erg geestig. Hij ging helemaal niet terug, zei hij. Steeds als een vertegenwoordiger van de oorspronkelijke bevolking van Nederland hem zegt dat-ie lekker terug moet, antwoordt hij daarop met een “Wij blijven hier!”, een verwijzing naar de website van jonge allochtonen die zo heet. Çankaya liet het zijn gehoor steeds hardop roepen tijdens zijn voordracht: “Wij blijven hier!”
Historicus Nadia Bouras ontkrachtte met haar lezing een paar hardnekkige mythes over immigranten uit Marokko. Dat ze in de jaren zestig en zeventig door de overheid en het bedrijfsleven naar Nederland zijn gehaald, bijvoorbeeld. Je leest en hoort het overal, maar er is niks van waar. Slechts vierduizend Marokkanen zijn door Nederland geworven, de rest is uit eigen initiatief gekomen. Als gelukszoeker, of uit nieuwsgierigheid.
Veel lawaai
Of dat ze allemaal uit het Rif komen, de Marokkaanse gastarbeiders, omdat daar van die onbeschreven bladen zouden wonen met wie je alle kanten op kon. Ook niet waar, aldus Bouras. Er werden mensen geworven met specifieke ervaring in bijvoorbeeld de textielindustrie of de mijnbouw, om in die sectoren aan de slag te kunnen in Twente of Limburg.
En als je een willekeurige Nederlander vraagt hoeveel Marokkanen er hier wonen, zal hij meestal iets noemen in de buurt van drie of vier miljoen. Schromelijk overdreven, bleek uit het getal dat Bouras gaf: iets meer dan 368.000 Marokkanen. “We maken wel heel veel lawaai, maar we zijn niet met zoveel.”
Onderwijs stapelen
VU-hoogleraar diversiteit in het onderwijs Maurice Crul heeft de onderwijscarrière van jonge Turken in Europa met elkaar vergeleken. Daaruit blijkt dat het aantal Turken met een hoger onderwijsdiploma in Zweden heel hoog is, in Duitsland heel laag en Nederland zit er tussenin. Zeer waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat kinderen in Zweden al zeer jong naar school gaan en in Duitsland pas als ze zes zijn. In Nederland wordt er voor kinderen al op 12-jarige leeftijd bepaald welk middelbare schooltype ze moeten volgen, als ze hun volle potentie vaak nog niet hebben bereikt. Daardoor eindigen velen nogal eens ver onder hun niveau, waardoor ze onderwijs moeten ‘stapelen’ om hbo- of wetenschappelijk onderwijs te kunnen volgen.
Inmiddels is er een grote groep hoogopgeleide jonge Turkse Nederlanders. Interessante vraag voor de toekomst is volgens Crul of die solidair zullen zijn met de groep laagopgeleiden.
Laag niveau
Er was ook veel zelfkritiek. Cemil Yilmaz, ondernemer en zelfbenoemd ‘verbinder’, beaamde bijvoorbeeld dat ja, allochtonen worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en er is sprake van onwil bij veel werkgevers als het gaat om het herkennnen van “multicultureel talent”. Maar Yilmaz zei ook dat de sollicitatiebrieven met cv’s van jonge allochtonen vaak van te laag niveau zijn. Bovendien hoor je Turkse Nederlanders in debatten alleen maar als het over Turken of Turkije gaat, aldus Yilmas.
Daarna hield Abdelkarim El-Fassi een praatje. Jarenlang was hij hoofdredacteur van Wij Blijven hier! Maar op een gegeven moment was hij het zat om steeds te reageren op de beeldvorming van anderen rond moslims. Toen hij als werknemer van de Vara kreeg ingewreven dat hij zijn baan had dankzij het feit dat hij Marokkaan is, besloot hij “de regie terug te pakken.” Het afgelopen jaar trok hij volle zalen met zijn film ‘Mijn vader de expat’, waarin hij zijn eigen verhaal, of dat van zijn vader, voor het publiek bracht in plaats van andersom. “Als je steeds afhankelijk bent van wat anderen over je zeggen, maakt dat je heel fragiel.”
Oudere allochtonen
El-Fassi heeft de afgelopen dagen geweigerd iets over Charlie Hebdo te zeggen. Hij weigert zich langer te laten meeslepen in het allochtonendebat. Moeten jullie ook niet doen, hield hij zijn gehoor voor. “Jullie zouden je druk moeten maken om de hervormingen in de zorg, want suikerziekte is een veel voorkomend probleem onder oudere allochtonen, dus dat gaat je direct aan.”