Bierbrood met een laag suikergehalte en een 3D-printer die door het spoor van bloeddruppels te berekenen, helpt bij het oplossen van moorden. Het waren slechts twee van de in totaal 75 ingediende ideeën voor de tiende Amsterdam Science Innovation Award. De beste inzendingen werden gisteren gepitcht in de finale. De VU- en VUmc-afgevaardigden sleepten alle twee de hoofdprijzen in de wacht.
Gehoorimplantaten
Dokter Martine Coene (Letterenfaculteit) sleepte met haar team de juryprijs in de wacht. Hun innovatie heeft te maken met gehoorimplantaten. Via algoritmen kan de software de resultaten van testen die dove patiënten ondergaan direct verwerken. “De software is in staat om rekening te houden met wel honderden parameters, terwijl dat voor mensen niet te doen is.” Doordat de software al die resultaten mee kan nemen, krijgt elke patiënt een individueel afgestemd implantaat.
Tienduizend euro
Aan de award is een cheque van tienduizend euro verbonden. David Pascoal, een audioloog uit het team van Coene, denkt dat ze dat geld vooral in marketing gaan investeren. “We hebben nog wat meer publiciteit nodig. En ook wordt deze methode nog niet overal geaccepteerd.” De patiënten die het wel al gebruiken, zijn in ieder geval heel positief. “Velen merken direct een verbetering”, zegt Pascoal. “We kregen laatst een e-mail van iemand die heel blij was met zijn nieuwe fitting en nog nooit zo goed naar muziek had kunnen luisteren.”
Clicker vergeten
De publieksprijs ging naar arts-onderzoeker neurologie Jurre den Haan. Het project van zijn team gaat over alzheimer en toeval of niet, bij opkomst vergat hij de clicker. “Maar dat was echt per ongeluk”, lacht hij. Het idee van Den Haan gaat om het vroegtijdig ontdekken van alzheimer. “Ver voordat alzheimer toeslaat, zijn de eiwitten namelijk al aanwezig in de hersencellen.”
Fluorescerend eiwit
Deze eiwitten zijn niet makkelijk te zien, maar daar kan kerrie bij helpen. Een belangrijk bestandsdeel van deze Indiase specerij is namelijk curcumine. “Dat eiwit bindt zich aan het alzheimereiwit en fluoresceert. Met een scan kun je dan het oplichtende eiwit zien in het oog. Het is een stuk makkelijker om naar de hersencellen in het oog te kijken, dan echt de hersens in te gaan.”