Nee, de mooiste dag van zijn leven was het niet, toen de conservator van de bibliotheek van de Universiteit Leiden voor de zomer hoogleraar Johan Koppenol belde met de vraag om nieuw materiaal over Jacob Cats te bekijken. “Je hoort toch te zeggen dat dat je trouwdag is”, lacht hij. “Bovendien heb ik als historicus ook spectaculairdere vondsten gedaan.”
Maar het kwam wel bijzonder goed uit dat ergens in de collectie aantekenboekjes bleken te liggen over de periode dat dichter ‘Vadertje’ Cats bezig was met het droogleggen van de polders in Zeeuws-Vlaanderen. Deze waren door de Spanjaarden tijdens het Twaalfjarig Bestand onder water gezet om de vijand dwars te zitten.
Eeuwenoude to-do-lijst
De biografie die Koppenol over Cats aan het schrijven is, gaat niet voor niets De Polderaar heten. En hij had al een heel hoofdstuk ingeruimd voor het jaar 1612, waarin Cats met grote moeite het land droog probeerde te krijgen. Hoe lastig dat was, is ook aan die boekjes te zien, meent Koppenol. “Het is feitelijk zijn to-do-lijstje. In het begin zijn alle aantekeningen heel keurig. Maar het project wordt steeds ingewikkelder, met allerlei rechtszaken. Je ziet aan zijn handschrift dat het veel van hem vergt.”
Het boek van Koppenol moet in 2017 verschijnen. Jacob Cats verwierf sinds 1612 vooral faam als schrijver van didactische gedichten. En Zeeland schijnt intussen een stuk droger te zijn.