VU-medewerkers die bij promoties het votum (‘Onze hulp is in de naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft’) niet willen uitspreken, moeten zich afvragen of ze wel geschikt zijn voor hun functie aan de VU. Dat stelt het Reformatorisch Dagblad in een hoofdredactioneel commentaar.
De redactie reageert op het rondetafelgesprek tussen twee VU-medewerkers en een student in de nieuwe Advalvas. Dat nummer heeft als thema ‘Hoe God verdwijnt uit Buitenveldert’. Aanleiding is het schrappen van de verwijzing naar het Evangelie van Jezus Christus uit de statuten van de VU.
Pijn en verdriet
Als VU-oprichter Abraham Kuyper nog leefde, zou het hem veel pijn en verdriet hebben gedaan, weet het RD. ‘Met grote verontwaardiging zou hij hebben uitgeroepen: „Heb ik me daarvoor ingespannen? Om een vrije universiteit te stichten die even seculier is als alle andere?”’, aldus het commentaar.
In het rondetafelgesprek zegt evolutionair bioloog Jacintha Ellers, atheïst, dat het votum moet worden afgeschaft. Het brengt ongelovige medewerkers volgens haar in gewetensnood. Het RD vindt dat Ellers een punt heeft. Het uitspreken van het votum door iemand die totaal ongelovig is, is volgens het RD mogelijk een vorm van spotten.
God is er
‘Het eigenlijke probleem van de VU is niet het wel of niet afschaffen van het votum, maar het loslaten van de identiteit’ aldus het RD. Wie vindt dat hij of zij niet bij die identiteit pas, moet daaruit de consequenties trekken.
Voor VU-medewerkers die God nog wel een warm hart toedragen, heeft het RD bemoedigende woorden. Met het afschaffen van het openingsgebed is God namelijk niet verdwenen van de VU. ‘Hij is er, ook al negeren veel medewerkers van de universiteit Hem.’