Als het Verenigd Koninkrijk uit de EU stapt, moet het wel kunnen blijven meedoen aan Europese onderzoeks- en uitwisselingsprogramma’s, adviseert een speciale commissie van de Tweede Kamer.
Vorig jaar juni besloot een meerderheid van de Britten dat het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie moet stappen. Omdat zo’n Brexit ook veel gevolgen heeft voor Nederland, kregen Kamerleden Marit Maij (PvdA) en Pieter Omzigt (CDA) de opdracht om daar onderzoek naar te doen.
In hun rapport breken ze een lans voor studenten en onderzoekers. Wat hen betreft kan het Verenigd Koninkrijk ook in de toekomst mee blijven doen aan het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 en aan Erasmus+, het programma voor uitwisseling van studenten en docenten.
Strenge immigratiewetten
In principe is dat mogelijk: aan Erasmus+ doen ook niet-EU-landen mee. Een van de voorwaarden is wel dat een land het vrije verkeer van personen binnen Europa toestaat. Ook voor deelname aan Horizon 2020 wordt die eis gesteld. Beide programma’s zijn onder meer bedoeld om de mobiliteit van studenten en onderzoekers binnen Europa te bevorderen: strenge immigratiewetten staan haaks op die doelstelling.
Of het Verenigd Koninkrijk na een Brexit mag aanhaken, hangt dus mede af van de toekomstige afspraken met de EU over immigratieregels.
Harde aanvaring
Zwitserland, dat nooit EU-lid was, kwam in 2014 hard in aanvaring met de Europese Commissie nadat de bevolking in een referendum voor een streng immigratiequotum had gestemd. De EU schortte allerlei verdragen op.
Ook de toegang tot Horizon 2020 werd Zwitserland ontzegd. Daardoor kon het geen aanspraak meer maken op onderzoekssubsidies van de European Research Council. Eind dit jaar besloot de Europese Commissie haar beslissing terug te draaien, nadat het Zwitserse parlement had besloten om de uitkomst van het referendum grotendeels naast zich neer te leggen. Sinds 1 januari mag het land weer volledig meedoen met Horizon 2020.
Het besluit of Zwitserland weer mee mag doen aan Erasmus+ wordt later dit jaar verwacht.