Bang voor de dood was hij niet, theoloog Harry Kuitert, die vrijdag op 92-jarige leeftijd is overleden. “Het geeft me weemoedige gedachten, dat ik het allemaal moet achterlaten, maar dat moet ik al zolang”, zei hij vorig jaar in een interview met Advalvas.
“Het verlies is altijd voor de nabestaanden”, aldus Kuitert. “Zelf weet je er niks meer van. Dát is een grote troost. Je weet niets meer en je zult ook nooit meer iets weten. Heerlijk!”
Volgens Kuitert zijn mensen bang gemaakt voor de dood. “Dat neem ik de religies, met name de christelijke religie, kwalijk. Daardoor is de dood een soort mythologische figuur geworden met een zeis die je kop afhakt, terwijl het meer is als een plant die vergaat. Ik lees altijd uit het Oude Testament voor: ‘Gelijk het gras is ons kortstondig leven.’ De mens is als gras. Hij bloeit even, verdort en vergaat dan.”
Los zand
De bijbel is altijd een bron van inspiratie gebleven en de kerk heeft hij nooit verlaten, maar geloven in God deed hij niet meer. “Ik neem niemand zijn geloof af, maar wel de redeneringen erachter. Je kan gewoon nagaan dat het niet klopt en dat dat prachtige gebouw dat de kerk is, op los zand is gebouwd”, zei hij tegen Advalvas.
Kuitert werd 92 jaar geleden geboren in een gereformeerd nest in Drachten, ging na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij in het verzet had gezeten, theologie studeren aan de VU. Hij werd predikant, hoogleraar aan de VU en een spraakmakende hervormer van de gereformeerde kerk. Uiteindelijk besloot hij dat ‘alle spreken over boven van beneden komt’, dat geloven mensenwerk is. Dat God bestaat, maar alleen in de gedachten van de mensen en niet daarbuiten. Dat Hij, kortom, een verzinsel is.
Onlangs verscheen een kloeke biografie van Kuitert, ‘Spreken over Boven’, van journalist Gert Peelen, die tijdens het schrijven overleed (de laatste twee hoofdstukken werden voltooid door journalist Petra Pronk). Geen detail in Kuiterts leven lijkt daarin te ontbreken, zelfs de verhuizingen worden erin beschreven. Maar het intrigerendst is de ontwikkeling van Kuitert van gelovige predikant naar niet-Godgelovige theoloog. Traumatische ervaringen als de oorlog en de watersnoodramp van 1953, waarin hij mensen met eigen ogen zag sterven, vormden de katalysator in dat proces.
Paar boeken geschreven
“Dat zijn ervaringen die het gebouwtje van het geloof voor het eerst aan het wankelen brachten”, zegt hij. “Het zet je aan het denken: waarom aan God vragen je uit de nood te helpen als God die nood zelf naar je heeft toegestuurd? Dat is toch vreemd?”
Dat het leven zinloos zou zijn omdat het toch ophoudt na de dood, bestreed hij fel. “Kijk om je heen, die boeken. Daar heb ik er een hoop van gelezen, ik heb ervan genoten. Ik heb er zelf ook een paar geschreven, dus wat dat betreft was het niet voor niks. Natuurlijk is het over honderd jaar allemaal vergeten. Maar je leeft ook niet voor de eeuwigheid. Je leeft in de tijd en dat houdt op een gegeven moment op.”
Lees het laatste interview met Kuitert hier.