De opleiding Geschiedenis bestaat dit jaar honderd jaar. Dat viert de opleiding vandaag met een symposium en morgen met een lezing. Als verrassing werd een portret van alle huidige docenten getekend.
VU-historicus Ab Flipse beschrijft hoe de inhoud van de studie de eerste jaren niet veel voorstelde. Er waren twee hoogleraren (een hoogleraar ‘vaderlandse geschiedenis’ en een hoogleraar ‘algemene geschiedenis’) die de volledige geschiedenis van de wereld samen verdeelden. Van Schelven nam alle gebeurtenissen tot 1648 op zich, Goslinga pakte alles erna.
Alle geschiedenis ooit
Studenten konden bij hen bijvoorbeeld een jaar lang colleges over ‘De Fransche tijd’ volgen om zich daarna een jaar lang in ‘Het koninkrijk der Nederlanden tijdens de vereeniging met België’ te verdiepen. Pas in de jaren zestig begon de groei en ontwikkeling tot de brede opleiding die geschiedenis nu is.
Symposium en lezing
Vandaag is het historiografisch symposium ‘De toestand van het verleden, visies op de historicus van morgen’. Morgen spreken Susan Legêne en Roelof Bisschop over het onderwerp Geschiedenis in de politiek. Ook is er een paneldiscussie met bekende politici.
Ter ere van het jubileum verscheen ook het boek Geschiedenis aan de Zuidas. Essays van VU-historici.