Eigenlijk is het een terugkeer naar de studeerkamer van weleer. Docent Lidewij van Gils gebruikte de opbrengst van haar DocenTalentprijs 2017 voor de gloednieuwe Onderzoekskamer Klassieken.
Het winnen van vierduizend euro voor de Docentalentprijs 2017 zette docent Latijnse taal en cultuur Lidewij van Gils voor een dilemma. Want die prijs had ze niet gekregen omdat ze zo goed multimediaal bezig was of op zo’n bijzonder innovatieve manier met de lesstof omging. “In het juryrapport stond dat de studenten het zo waardeerden dat ik met ze in gesprek ga.” Het bedrag investeren in software of andere innovaties lag daarom minder voor de hand.
Back to the nineties
Na meer dan een jaar nagedacht te hebben, wist ze opeens wat de oplossing was. Ze wilde het contact tussen docenten en studenten meer stimuleren. “Toen ik hier in de jaren negentig studeerde, was er op de twaalfde verdieping bij de Universiteitsbibliotheek (UB) een studiezaal. Daar zaten je docenten en studiegenoten te werken.” Doordat docenten tegenwoordig op afgesloten afdelingen werken, of zelfs thuis, zijn ze minder benaderbaar geworden.
“Voor classici zijn bibliotheken onze laboratoria, ons materiaal de boeken. Het was door flexplekken van medewerkers en een uitgedunde leeszaal op de UB met nog meer flexplekken voor studenten onmogelijk geworden op de VU onderzoek te doen. Dat betekende ook dat studenten te weinig wisten van het onderzoek van hun docenten en ook de collega’s onderling wisselden steeds minder uit.”
Onmogelijke taak
Maar het terugkrijgen van een studiezaal leek Van Gils een onmogelijke taak. Tot ze Harm Derks, manager library services sprak. “Als bibliotheek vinden we het belangrijk om ons om docenten en studenten te bekommeren”, zegt Derks. “Daarom zijn we in gesprek gegaan om te kijken wat er mogelijk was. Echt terug naar de jaren negentig wil de UB niet. We willen van een plek voor boeken een plek voor mensen worden.”
Afgelopen vrijdag opende op de elfde etage de nieuwe Onderzoekskamer Klassieken. Een stijlvolle ruimte met hoogleraarportretten aan de muur, een klassiek kleed op de vloer en flink wat boekenkasten. Die kwamen er niet zomaar. Derks hoorde via-via dat in het W&N-gebouw nog een studeerkamer stond vol meubilair dat Reyer Hooykaas na zijn emeritaat als hoogleraar van de geschiedenis van de natuurwetenschappen had achtergelaten. “Ik vind het mooi om een verbinding met de geschiedenis van de VU te maken.” De portretten van hoogleraren aan de muur zijn de eerste hoogleraren Latijn en Grieks aan deze universiteit. Zodat studenten kunnen zien in welke traditie ze staan.
Eindelijk weer boeken bij de hand
Van Gils is al tevreden over hoe ze de kamer kan gebruiken. “Vanochtend zat ik hier met een student die aan haar scriptie werkt. Ik kon direct naar de kast lopen en even een boek pakken. Op een flexwerkplek kan dat niet.”
Dat past bij hoe de UB haar collectie wil beheren. Waar voorheen alle boeken apart aangevraagd moesten worden, is de huidige boekencollectie steeds vaker open. Zodat bezoekers tussen de boeken kunnen snuffelen. Derks ziet ook voor zich dat in de toekomst in deze kamer college wordt gegeven en dat oude drukken naar de ruimte gebracht kunnen worden. “Het is onnodig dat studenten daarvoor met z’n allen naar de collectie toe moeten komen.”