Sneeuwsmelt op Antarctica, stemgedrag van millenials, online en offline groepsdruk, een spraakprothese voor de hersenen: 166 wetenschappers krijgen een Veni-beurs van maximaal 250 duizend euro voor hun onderzoek.
Een Veni is bedoeld voor onlangs gepromoveerde wetenschappers. Met de subsidie van onderzoeksfinancier NWO kunnen ze de komende drie jaar aan de slag. In totaal is er 41,5 miljoen euro verdeeld.
Maar liefst 1.151 onderzoekers deden een gooi naar de Veni-beurs: 553 vrouwen en 598 mannen. Van hen had 14 procent succes. Het honoreringspercentage is daarmee even hoog als vorig jaar. Vrouwen presteerden opnieuw beter dan mannen: 17 tegenover 12 procent. Vorig jaar was het verschil nog 2 procentpunt.
Toename aantal aanvragen
Wetenschappers die een Veni-beurs willen aanvragen, moeten sinds deze ronde een verklaring van een onderzoeksinstelling hebben waaruit blijkt dat ze gebruik mogen maken van de faciliteiten als ze de subsidie binnenhalen. Deze zogeheten welkomstgarantie (niet te verwarren met de inbeddingsgarantie) moet onder meer de hoge aanvraagdruk beteugelen, maar lijkt daarop nog nauwelijks effect te hebben gehad. Het aantal aanvragen nam zelfs licht toe.
De Universiteit Leiden en Universiteit van Amsterdam springen eruit met respectievelijk 21 en 20,5 binnengehaalde beurzen. Ook de universiteiten in Utrecht (17), Delft (12) en Nijmegen (11) scoren goed. Van de academische ziekenhuizen had het Amsterdam UMC het meeste succes: die haalde zeven subsidies binnen. Op de voet volgen de UMC’s van Nijmegen (5), Leiden, Groningen en Utrecht met elke vier beurzen.
De Veni-beurzen zijn onderdeel van de Vernieuwingsimpuls, een reeks beurzen voor wetenschappers op verschillende momenten in hun carrière. De subsidies zijn vernoemd naar het bericht dat Julius Caesar na een gewonnen veldslag aan de senaat van Rome stuurde: veni, vidi, vici (ik kwam, ik zag, ik overwon).
Veni-beurzen 2019
