Het Amsterdam University College (AUC) vierde 27 september het tienjarige bestaan. Reden voor Ad Valvas daar een kijkje te gaan nemen en met docenten en studenten te praten.
Het AUC is in 2009 opgericht door de VU en de UvA, in navolging van het eerste University College in Utrecht. Per jaar worden zo’n 300 studenten na een selectie toegelaten tot de brede bachelors in liberal arts and sciences. Inmiddels zijn er negen van dit soort instituten, onder meer in Middelburg, Venlo en Den Haag.
“Het verschil tussen studenten op het AUC en de VU is minder groot dan ik had verwacht,” zegt VU-docent neurowetenschappen Hylke Vervaeke die tevens college geeft op het AUC, deze week in Ad Valvas-magazine. “Op de VU zitten ook briljante studenten. Maar die vallen minder op omdat ik meestal aan grote groepen studenten college geef. Honderdvijftig, tweehonderd studenten in de zaal is geen uitzondering. Aan het AUC zijn groepen nooit groter dan 25 studenten. Maar er zitten types tussen bij wie ik me afvraag: hoe is die hier terechtgekomen? Zo’n bijzondere student is dat nu ook weer niet.”
Geen herkansingen
Studenten van het AUC volgen een eigen leertraject waarin ze specialisaties kiezen. Het is een intensief programma in kleine groepen. Veertig uur studeren per week is de norm. Vakken moeten in één keer worden gehaald. Herkansen mag niet. Zo’n 90 procent van de studenten haalt de bachelor in drie jaar tijd. Het streven is dat de helft van de studenten uit het buitenland komt. De voertaal is dan ook Engels.
Dat de populatie op AUC heel divers is, is ook de ervaring van Niels van Manen, VU-docent ruimtelijke informatica. “Er is niet één studentencultuur. Dat zie je aan de kleding, de muziek, de wijze van studeren. Er komen ook steeds meer eerstegeneratiestudenten en studenten uit het buitenland. Nu zijn de Nederlandse studenten in de minderheid. En de groep buitenlandse studenten wordt steeds gemêleerder. Je komt bijvoorbeeld ook veel studenten uit China tegen. Een paar jaar geleden zag je die hier nauwelijks.”
Gemeenschapsgevoel
Studenten van het AUC zijn vooral blij met het gemeenschapsgevoel, vertelt student Rosa. Iedereen woont op het Science Park in een studentenflat, waar het gebouw van het AUC ook te vinden is. “Ik vind het helemaal niet erg om niet in de binnenstad te wonen. Natuurlijk woon je hier in een bubbel. Maar ik vind het fijn dat ik spontaan kan aankloppen bij vriendinnen en altijd bekenden tegenkom als ik ergens zit te studeren.” Ze heeft nu een ruime en lichte eenpersoonskamer, met grote ramen die uitkijken op de binnenplaats. “Dat is een populaire picknickplek. Laatst was er ineens een spontane rommelmarkt.”
Rosa herkent de ietwat elitaire reputatie van AUC niet. “Het is vooral vrij links, er lopen hier veel vegans rond. Het klassieke AUC-type is de politieke activist. We hebben zelfs een eigen Extinction Rebellion-tak. Natuurlijk is lang niet iedereen zo, maar toch denk ik niet dat ieder type hier past. Je moet wel openstaan voor de gemeenschap.”
Lees ook wat andere docenten en studenten van het AUC vinden in Ad Valvas-magazine.