De Jonge Akademie heeft kritiek op de onderwijsprijzen van 2,5 miljoen euro die de minister in het leven heeft geroepen. Net als bij de Spinoza- en de Stevinpremies profiteren alleen ‘supersterren’ ervan, terwijl anderen op een houtje bijten.
Vorige week maakte minister Van Engelshoven in haar Strategische agenda bekend dat ze twee onderwijsprijzen van elk 2,5 miljoen euro gaat uitreiken aan docententeams van universiteiten en hogescholen. De prijzen zijn qua waarde vergelijkbaar met de Spinoza– en de Stevinpremies voor universitaire onderzoekers.
Verkeerde keelgat
De aankondiging schoot critici in het verkeerde keelgat. Ook De Jonge Akademie, het genootschap van jonge wetenschappers, vindt de onderwijsprijzen veel te hoog. Voorzitter Belle Derks, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht, juicht het toe dat wetenschappers ook erkenning en waardering krijgen voor hun onderwijs, maar noemt het in een opiniestuk “ongepast om prijzen van maar liefst 2,5 miljoen euro aan slechts enkele individuen of kleine groepen toe te kennen in deze tijd met groeiende druk op de financiering van universiteiten”.
Zoveel prijzengeld houdt volgens de Jonge Akademie “een supersterrenmodel in stand, waarbij de schaarse middelen bij een beperkte groep academici terechtkomen die vaak al veelvuldig in de prijzen zijn gevallen”. Ze gaat daarom geen kandidaten voordragen.
Nobelprijzen
Om dezelfde reden doet de Jonge Akademie dat sinds vorig jaar ook niet voor de Spinoza- en de Stevinpremies. “Met het oog op de financiële krapte in onze sector zien we geen reden waarom de hoogste wetenschappelijke prijzen in Nederland qua waarde een veelvoud zouden moeten zijn van bijvoorbeeld de Nobelprijzen.”
Met de Comeniusbeurzen voor vernieuwende docenten in wo en hbo, variërend van 50.000 tot maximaal 250.000 euro, zegt Derks desgevraagd geen moeite te hebben, integendeel: “Die docenten krijgen, net als bij onderzoeksbeurzen, geld en tijd om slimme plannen uit te voeren. Dat is hartstikke mooi.”
Eén team
Ze waardeert het dat de minister opnieuw een signaal wil geven om het onderwijs meer te waarderen. “Maar dat gaat ze doen door één docententeam in het wo en één docententeam in het hbo ongelooflijk veel geld te geven. Gelet op de hoogte van de Spinoza- en de Stevinpremie is dat een logische stap – want waarom zou je zo’n nieuwe onderwijsprijs kleiner maken – maar het geeft óók aan hoe gek het systeem nu is. Het begint een beetje pervers te worden. In totaal gaat er 20 miljoen naar deze drie prijzen: er worden jaarlijks vier Spinozapremies uitgereikt, twee Stevinpremies en straks dus twee onderwijsprijzen. Terwijl er voor het hele sectorplan sociale en geesteswetenschappen jaarlijks maar 10 miljoen euro beschikbaar is.”
Via haar woordvoerder laat minister Van Engelshoven weten dat de nieuwe onderwijsprijs bedoeld is als stimulans voor onderwijsvernieuwing. “Met de 2,5 miljoen euro kan het onderwijs voor ongeveer vier jaar blijvend worden geïnnoveerd.” Ze vindt het goed dat er discussie plaatsvindt naar aanleiding van de Strategische agenda en staat open voor suggesties van de Jonge Akademie en het Comeniusnetwerk.