Zelfs de meest gerenommeerde wetenschappers moeten alsmaar vechten voor hun geld en er is steeds minder ruimte voor vrij onderzoek. Het evenwicht is zoek, stelt een commissie van wetenschapsgenootschap KNAW.
Met lede ogen heeft chemicus Bert Weckhuysen de Nederlandse wetenschap zien veranderen. Er is steeds minder ruimte voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek, stelt de Utrechtse universiteitshoogleraar en winnaar van de Spinoza-premie in 2013.
Want thematisch, strategisch en toegepast onderzoek heeft het onderzoeksgeld opgegeten, zegt hij. Voor wetenschapsgenootschap KNAW schreef hij met zijn commissieleden een advies over het evenwicht in de wetenschapsfinanciering.
Te weinig vrij geld
Onderzoekers zijn steeds meer afhankelijk geworden van de competitie bij onderzoeksfinancier NWO, stelt hij vast. “Wij noemen dit de projectificering van de wetenschap.” Aan de universiteiten is nu te weinig geld om vrij te besteden.
Bovendien is ook bij NWO het nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek in de verdrukking gekomen. Weckhuysen en zijn commissie zien maar één oplossing: het kabinet moet met extra geld het evenwicht herstellen.
Wat zou een goed evenwicht zijn?
“Wij pleiten voor twee evenwaardige pijlers bij NWO: eentje voor ongebonden onderzoek, dat zuiver uit nieuwsgierigheid voortkomt, en een tweede voor het strategische en thematische onderzoek. Daar moet evenveel geld naartoe.”
Waarom is die vrije ruimte zo ingeperkt bij NWO?
“Het is geleidelijk gegaan, zonder dat mensen er oog voor hadden. In een jaar of tien à vijftien heeft het strategische, niet-vrije onderzoek als een soort pacman het budget opgegeten. Nu is een derde van het onderzoeksgeld voor vrij onderzoek en twee derde voor strategisch onderzoek.”
Had echt niemand hier oog voor? Er is toch altijd protest geweest tegen dit soort verschuivingen?
“Misschien hebben we als wetenschappers soms te veel water bij de wijn gedaan en zijn we te meegaand geweest bij initiatieven als het topsectorenbeleid en de Nationale Wetenschapsagenda, maar in ons advies hebben we het daar niet over. Wij richten ons op wat er nu moet gebeuren: meer geld en herstel van het evenwicht.”
Is er zo’n scherp onderscheid tussen de twee soorten wetenschap?
“Let wel, het strategische, maatschappelijk gedreven onderzoek is niet minderwaardig! Ik heb zelf een project gedaan samen met het bedrijfsleven, waar uiteindelijk een publicatie in Nature uit voortkwam. We zeggen ook: beide pijlers hebben hun waarde en soms is het verschil inderdaad niet duidelijk. Maar waar je de grens ook trekt, er is nu een scheve verdeling ontstaan. Het evenwicht is zoek.”
U wilt ook extra geld voor de universiteiten zelf.
“En dat is geen overbodige luxe. Er zijn nu ‘naakte’ onderzoekers, die bij wijze van spreken alleen een bureau en een kamer hebben. Er zijn zelfs hoogleraren die niet eens meer hun computer van de universiteit krijgen: die moeten ze betalen uit verworven projectgelden. We hebben het afgelopen jaar veel schrijnende verhalen gehoord, niet alleen van jonge onderzoekers die geen vast contract hebben en onder werkdruk lijden, maar ook van onderzoekers die zich al een positie hebben verworven.”
Maar gaat extra geld daar iets aan veranderen of komen er dan alleen maar meer wetenschappers in hetzelfde piepende en krakende systeem terecht?
“Het extra geld waar wij voor pleiten, is niet bedoeld om extra wetenschappers te werven. Het is bestemd voor de huidige onderzoekers om hen te helpen bij hun taken. Dat kan voor bèta’s iets anders betekenen dan voor alfa’s of voor gamma’s. Bèta’s zouden bijvoorbeeld één of twee promovendi willen hebben om iets uit te zoeken, terwijl alfa’s vaak veel onderwijs geven en gewoon iets meer onderzoekstijd nodig hebben. We noemen dit de rolling grants: geld voor een fonds bij de universiteiten zelf, waar wetenschappers zonder sterke competitie gebruik van kunnen maken.”
Verwacht u dat de politiek naar u luistert?
“Er is te lang geprobeerd om de problemen met gesloten beurs op te lossen door geld van de universiteiten naar NWO te verschuiven of andersom. Daarmee gaan de problemen niet weg. Ik hoop dat deze minister de eerste stappen zal zetten om het tij te keren.”