Universiteiten zijn prima in staat om te bepalen hoe zij omgaan met uitvindingen van hun studenten, vindt de minister. Wat haar betreft voldoet de wetgeving, maar kunnen de spelregels wel wat duidelijker.
Technische universiteiten gaan soms aan de haal met de briljante ideeën van hun studenten. Dit nieuws bracht NOS op 3 vorige maand na gesprekken met ruim zeventig (oud-)studenten en andere betrokkenen. Studentuitvinders zouden te maken krijgen met keiharde onderhandelingen, die soms zelfs uitlopen op rechtszaken. Ook zou de huidige wetgeving over het intellectueel eigendom van studenten veel te onduidelijk zijn.
De universiteiten nuanceerden het beeld, maar de VVD stelde toch Kamervragen. Minister van Engelshoven vindt de wetgeving in elk geval duidelijk genoeg. Volgens de Rijksoctrooiwet is degene die een uitvinding doet immers ook eigenaar van de patentrechten. Ditzelfde geldt op grond van de Auteurswet. “Ownership follows inventorship”, benadrukt ze.
Zelf doen
Wel staan er uitzonderingen in de wet, bijvoorbeeld wanneer een uitvinder werkzaamheden doet “in het kader van een opleiding”, zoals een traineeship of stage. Universiteiten hebben volgens de minister de nodige ruimte om zelf te bepalen hoe zij daarmee om willen gaan.
En als iets niet helemaal goed werkt, lossen de universiteiten het zelf op, is haar ervaring. Studenten aan de TU Eindhoven bijvoorbeeld doen nu voordat zij aan hun studie mogen beginnen afstand van hun intellectuele eigendom. Inmiddels heeft de universiteit aan de minister laten weten deze procedure te zullen herbeoordelen.
Aandelen
De TU Delft neemt in ruil voor een bijdrage aan de patentkosten soms aandelen in start-ups van studenten, gemiddeld rond de 20 procent. Volgens de minister gebeurt dit gemiddeld één keer per jaar en alleen op verzoek van de student. Omdat patentaanvragen duur zijn en veel start-ups het vaak niet eens redden, vindt ze deze constructie “niet onredelijk”.
Toch heeft ze voor de zekerheid de VSNU gevraagd om nog dit voorjaar ‘een richtsnoer’ te ontwikkelen over studenten en intellectueel eigendom. De minister hoopt hiermee meer duidelijkheid te creëren.
Het is iets waar de universiteitenvereniging al langere tijd mee bezig is, zegt een woordvoerder. “Want er is een verschil tussen duidelijke wetgeving en een heldere informatiepositie voor studenten die willen ondernemen. Elke universiteit zit anders in elkaar, maar zorg in elk geval dat wat je aan spelregels hebt, vooraf bekend is. Bijvoorbeeld wanneer studenten materialen van de universiteit gebruiken of hun afstudeerproject doen bij een extern bedrijf.”
In de clinch
De VVD wilde van de minister weten hoe vaak innovatieve studenten met hun universiteit in de clinch liggen. NOS op 3 gaf hier destijds geen exacte aantallen over.
Uit een inventarisatie van de VSNU blijkt nu dat over de afgelopen tien jaar één rechtszaak heeft plaatsgevonden tussen een universiteit en een student over intellectueel eigendom. De zaak werd aangespannen (en verloren) door een student van de TU Delft.
Wel vonden er in diezelfde periode ongeveer dertig “serieuze onderhandelingen” plaats tussen studenten en hun universiteiten. Die gingen volgens de VSNU over de voorwaarden waaronder een universiteit de patentaanvraag voor een student betaalt. In de helft van de gevallen werd geen overeenkomst bereikt. Het intellectueel eigendom bleef bij de student en deze ging verder als zelfstandig ondernemer.